Als we met Sjaak Bruggeman op pad gaan valt het hem op dat de boeren massaal gras maaien. “De koude nachten hebben de grasgroei vertraagd, dus zijn ze er later bij dan andere jaren. En nu moeten ze maar eens proberen die eerste snede gemaaid en voldoende droog in de kuil te krijgen!” Vanwege die terloopse opmerkingen tussendoor kijk je heel anders om je heen!
Door Sjaak Bruggeman
Hier in het natuurreservaat spelen andere problemen. Een vrouw in een donkergroene parkajas is wel heel brutaal en neemt een veel kortere route. Door het weiland gaat ze langs een rij eikenbomen zomaar pats boem het Boetelerveld in. Zo wint ze een vijf of zeshonderd meter. Tja, dat kan nu de afrastering is weggehaald, maar ze banjert wel door een rustgebied.
Netjes door de ingang, zonder het overbodig geworden hekje, loop ik rechtsom. Wie weet zie ik ergens een lammergier zweven, al zie ik liever een paartje wespendieven in spectaculaire baltsvlucht boven de heide.
Dromend daarvan en genietend van de mooie Hollandse luchten zie ik links van me op zo’n dertig meter tussen gesnoeide takkenbossen van berk en grove den wat afwijkende kleuren. Wat is dat? Het lijkt wel een uil die daaronder is ingevlogen. Nee, toch niet. Het is een klein reekalfje! Ik kan alleen de gelige achterspiegel en een zijkant zien. Het kalfje is nog erg klein en heeft gelig witte stippen op z’n zwartbruine rug. En ja, de twee kleine oortjes zijn ook te onderscheiden. Doodstil staat het angstige kalfje daar diep in de takkenhoop. Ik durf het niet hardop te zeggen, maar denk wel te weten wie het arme beestje heeft opgejaagd. Blijf asjeblieft op de paden zou ik zeggen en houd honden aan de lijn. De warme en veilige kraamkamer van reeën is door de giga boskap gesloopt en het afkalven moet hierdoor bijna in de open lucht gebeuren.
In plaats van de foto van het reekalfje met z’n kopje in de takken laat ik een foto zien die twee weken eerder in deze buurt is gemaakt. Gehurkt op het pad waar het bos op zijn ‘dichts’ is heb ik drie reeën op zo’n honderd meter van me in de kijker. Ik kan op deze manier dwars door het bos kijken en het geluk en toeval is met mij. Maar deze dieren zien en ruiken wel mijn aanwezigheid en die van alle langs wandelende bezoekers constant. Voortdurend moeten ze op hun hoede zijn in het nu doorzichtige en onveilige bos.
Houd de hond vast en neem geen binnendoor routes. De jongen waar wij straks zo van kunnen genieten worden nu op de wereld gezet. Vooral in de kraamtijd en het broedseizoen gaat het om leven en dood. Geef de dieren dus de ruimte om in alle rust hun jongen op te voeden.