Het wordt warm vandaag en mijn omgeving past zich daarop aan. Amper fietsers, auto’s of wandelaars op de weg. Een beregeningsinstallatie draait op volle toeren, het loof van suikerbieten verschrompelt in de brandende zon, en daar onder de eiken is het al helemaal weggebrand omdat de water slurpende eiken ook hun deel van het weinige vocht opeisen. De bodem, de boomsoort en het weer bepalen, hoeveel neerslag er voor een gewas nodig is. En dat is nu op onze zandgronden veel te weinig van het goede.
Hoogtepunt, naast de verdroging, is de dorsmachine daarginder die onder ideale omstandigheden het tarweveld in één maaigang maait, dorst en het stro geschoond in een zwil achterlaat op de akker. De machinist met strohoed en bestofte kop, zittend onder een vastgeknoopte parasol, mag vanavond best een extra douche nemen.
Het bruine gras in de wei kleurt mooi bij de onbedoelde perkjes met bloeiende gele lintbloempjes in de wei. Maar het bruine gras hoort groen te zijn en de talrijke geel bloeiende Kleine leeuwentand doen het goed op droge bodems maar een boer wil het liever niet in de wei. Het retentiegebied bij de wetering met z’n plasjes en poeltjes droogt met dit weer razendsnel uit en amfibieën, kikkers, padden en salamanders staan voor een stevige uitdaging.
Dat doe ik ook en traag vlei ik me maar neer in de schaduw van de bosrand. Voor me loopt de watergang en daarvoor een weiland waarvan de hoogte van het gras en de kleur onnatuurlijk aandoen. Maar toch, hoe langer ik hier zit, hoe meer leven er komt in de brouwerij. Tientalen Klein geaderde witjes foerageren juist hier in het vochtigere schaduwrijke deel van de wei. Ook de Grote paarse kattenstaarten in het talud zijn duidelijk een favoriet van dit kleine vlindertje. En iets hoger zweven weer het veelvoud aan libellen.
Een buizerd komt vanuit het dak van het bos en schrikt van mijn aanwezigheid en weg is ie weer. En kijk, de telescoop op scherp, kijk daar een roodborsttapuit! Het mannetje met zwarte kop en oranje borst is zijn vier jongen aan het voeren. En ook daarachter groeien weer de Grote paarse kattenstaarten langs het slootje. Kijk, daar komt een sperwertje aangevlogen, oh nee het is een boomvalk! Nou kom maar op met je capriolen in de lucht! En ja, daar komt ie met grote snelheid laag over de grond en hup daar pakt ie een libelle in zijn knuistjes en hup met een scherpe draai omhoog omzeilt de acrobaat nog net de bosrand.
Evenals het boomvalkje gaat de tijd ook snel en dat is het nadeel van mijn horloge. Nu moet ik dat hele stuk nog weer terug. Maar het was de moeite meer dan waard. Morgen weer een panoramaplaats in de schaduw langs de bosrand. De natuur komt vanzelf bij je en het is er koel en kost niets…