Gagelstruiken en pluizige rietsigaren. We komen ze allemaal wel eens tegen. Geregeld misschien wel. Maar vallen je ze op? Sjaak Bruggeman wel. “Het verveelt nooit buiten, elk seizoen is anders, elke dag is anders en elke voetstap is anders. Als je buiten bent, staan je zintuigen open. Je ziet, hoort en ruikt meer.” Aldus Sjaak Bruggeman die ook deze week de natuur in ging.
Onderhoudswerkzaamheden in de laan met kastanjebomen. Met de rotte exemplaren wordt korte metten gemaakt. Veiligheid voor alles. Twee zwanen langs de slootkant en daarboven vliegen tien grote Canadese ganzen. Deze van oorsprong Canadese en Noord-Amerikaanse soort heeft een bruingrijs jasje, zwarte hals en kop en een opvallende witte halsvlek. Oppassen. Oranje hesjes op de weg. IJverige wandelaars krijgen voorrang. Dat wordt afzien met dit grijze en buiige weer.
Tja, eenmaal in het bos moet inderdaad de capuchon op. Een grote zilverreiger staat stokstijf in de plas. Er zit meer pit in de drie wintertalingen, twee mannetjes en één vrouwtje. Druk bewegend zijn ze met de koppies onder water op zoek naar kleine waterdiertjes en plantaardig materiaal.
Verderop, in de afgegraven slenk, vliegen twee watersnippen op uit het riet. De pluizige rietsigaren hebben moeite om zich staande te houden in de harde wind. En wat groeit daar? Het is waarachtig een ‘rode lijst’ gagelstruikje! Groeiend op een afgegraven stuk ‘nieuwe natuur’. Genoeg om wortel te schieten op de vrijgekomen natte, zure en venige grond. Ver van de groeiplaats in het gebied is dit even bijzonder als verrassend. En wat is die geur heerlijk als je een blaadje tussen je vingers stuk wrijft.
Hier ga ik rechtsaf langs de bosmieren. Een geschrokken houtsnip gaat bijna loodrecht de hoogte in en is in no-time boven het dak van het bos. De mierenhoop is nog intact, en het dak is netjes afgedekt met grove dennennaalden. De harde werkers zitten met deze temperaturen net onder deze bovenste isolerende laag. Lekker vocht en regenvrij, lekker warm en droog. Goed idee, ga ik ook doen.