Het is nog vroeg in de morgen als ik m’n spullen pak om op speurtocht naar bevers te gaan dicht bij de camping. Het is nu precies een jaar geleden dat er hier als gevolg van extreme neerslag een uitzonderlijke gevaarlijke situatie ontstond. In zeer korte tijd kwam een hoogwatergolf ons land binnen gedenderd. Limburg moest machteloos toezien hoe een plotse ramp zich voltrok. Ook op deze camping bij Eijsden aan de Maas achter Maastricht stond in korte tijd alles onder wel drie meter water.
Het is moeilijk voor te stellen wanneer ik vanmorgen vroeg, gewoon op droge voeten, stilletjes de caravandeur achter me dicht trek om naar het leefgebied van de bevers te gaan. In de Eijsder Beemden worden regelmatig waarnemingen gedaan van Europa’s grootste knaagdier.
Hier ga ik rechtsaf over de Kasteellaan en aan het eind bij de parkeerplaats zet ik mijn fiets neer. Ik ben benieuwd. Kijk daar lopen Konik paarden en daar komt een zwaan uit het water naar mij toe gewaggeld. Deze is natuurlijk gewend om brood aan te pakken van voorbijgangers. Jammer voor je, maar je moet zelf je kostje maar bij elkaar sprokkelen. Zo werkt dat in de natuur.
Her en der zijn watervogels, ganzen en zwanen nog druk met het grootbrengen van de jongen. Speurend langs de waterkant is daar dan al een omgeknaagde wilgenboom. En daar nog meer. Hier zijn de bevers, dat wordt wat! Voorzichtig loop ik verder en let op rimpelingen op het gladde wateroppervlak, loopsporen en uitwerpselen. Maar niets van dit alles als ik al een uur verder ben. De knaagsporen zijn niet vers en ook de uitwerpselen zijn opgedroogd. Ik geef de moed op, niks aan te doen. Het water in de binnenpoelen is ook wel erg laag en misschien zitten ze nu gezellig langs de moeilijk bereikbare Maasoevers te knagen. Wat jammer nou.
Kijk, en daar komt de eerste bezoeker. Het is een loslopende hond en daarginder komt de baas. Ik zeg maar niks, kijk wel uit. Kijk daar, een biddend torenvalkje en hier aan het eind stroomt de Maas. Terug aan de rechterkant, verscholen tussen de bosschage en precies over de hoge rug van de uiterwaard, staat een dubbele rij meidoorns aan het gezicht onttrokken. Dit is iets uit vroegere tijden. Maar wat het is kan ik niet ontcijferen. Misschien een veekering, maar nog eerder misschien een oud twee meter breed en een paarhonderd meter lang pad naar een vroeger kasteel of zo?
En daar staat mijn fiets alweer en ietwat teleurgesteld ga ik hobbelend over de kasseien van de Kasteellaan weer terug naar de camping. En terwijl de temperatuur al gestaag oploopt droom ik al van een lekker koud glaasje bier in de schaduw aan de Maasoever. Niks mis mee toch?