Wandelen is wel wat meer dan bij de paaltjes de juiste afslag nemen. Wandel eens een keer op tijden dat een ander dat niet doet. En op plekken waar je de weg weet en dus ook afslagen kunt nemen waar de pijl niet naar wijst. Sjaak Bruggeman doet dat vaak. En ziet dan veel. Veel meer. Hij neemt ons iedere week een keer mee op pad.
“Zo nu en dan is er zon maar er vallen ook buien met kans op hagel of natte sneeuw. Volgens mijn buienradar is het tussen elf en drie uur de beste tijd om te gaan.
En inderdaad, elf uur, het is kurkdroog als ik op pad ga. Een jonge acacia is omgewaaid bij het laatste stormpje. De omsingeling door de zware Hedera klimop was net te veel van het goede voor het topzware boompje. Ook verderop ligt wel voor tien jaar aan brandhout. Kijk, een geschrokken haas loop zich vast en springt in paniek hoog tegen het gaas. Rustig maar, van mij mag je blijven lopen.
In de mooie ingesloten laagte met struiken, mooie acacia’s en oeroude eiken zit het vol met groenlingen, meesjes en vinkjes. Daarnaast in het weiland staan mollenklemmen op scherp. Allemaal met een rood/wit markeringslintje. En ineens sta ik vanuit de ingesloten laagte oog in oog met een… wolf?
Het mooie beest staat een meter hoger en ik kom erachter dat het toch een herdershond is. Al snel zijn we de beste vrienden, maar ik moet hem toch naar huis sturen. Weg! Vooruit, vort. Terug! Pssst! Hij is het hier niet mee eens, draait zich om en gaat er dan onderdanig bij liggen. Tegen beter weten in zit hij op een gunstiger commando te wachten. Twee miauwende buizerds boven het bos breken de spanning en gelukkig word al snuffelend dan toch de terugtocht ingezet.
Kijk toch, de hele populierenrij is geveld. En daarginder is ook een kaprijp bosperceel weggezaagd. Maar gelukkig weten de vaklui van het mooie Landgoed Schoonheten de bossen met jonge aanplant steeds in een goede conditie te houden.
Zo, hé hé, ik ben d’r. Drie uur en twee buien verder en het is weer kurkdroog. Een bleek zonnetje komt zelfs kijken. Die haalt een nieuwe bui op. Snel op de fiets dan maar…”