Vandaag is er een mix van zon en (winterse) buien volgens de weerman. Het wordt 6 graden, maar door de stevige wind voelt het guurder aan. Nou mooi toch, gewoon gaan dan maar.
Kijk ginder, die schapen zijn goed ingerasterd. Drie stroomdraden keurig op afstand en geen storende vegetatie die verbinding met de bodem maakt. Doordat de wol van schapen een prima isolator is van stroom heeft de schapenboer hier voor een hoge uitgangsspanning gekozen. Daar spring je niet zomaar fluitend overheen, ook een wolf niet.
Oh en hier is een boom omgewaaid. Het is een joekel van een beuk. Zo te zien zijn de wortels afgestorven op dezelfde hoogte als het naastliggende slootpeil. De wisselende grondwaterstanden in de afgelopen vijftig jaar kunnen nog wel eens de veroorzaker zijn. Vroeger groeide deze beuk in een natte waterhoek, later naast een begin jaren zeventig diep gegraven watergang. Verdroging in het gebied was het gevolg en weer later, in 2003 volgde een wateraanvoerplan waardoor de beuk het hele jaar met de voeten in het water is komen te staan. Vernatting na verdroging zou weleens de oorzaak kunnen zijn. Zonde van deze mooie oude beuk.
Tja, dat betekent dus een stukje omlopen door het loofbosje. De wel 10 tot 15 cm dikke strooisellaag waar hoofdzakelijk beuk-, eik- en elzenbladeren aan het verteren zijn veert gewoon onder je voeten. Hoe anders is het in het grove dennenperceel iets verderop. De zachtgroene onderbegroeiing bestaat hier uit verschillende mossen, vossenbes en nog groene varens. En, hupsakee, daar vliegt vlak voor me, een houtsnip op. Dat was mooi, maar wel even schrikken.
En dan houden de razende kettingzagen van de houthakkers verderop in het bos er zomaar ineens mee op. En ik weet ook wel waarom. Het begint te regenen, hard te regenen! Snel maar naar een van die dikke sparren voor me. Het water loopt langs de afhangende takken naar buiten en daarom blijf je bij een plensbui dicht bij de stam toch nog aardig droog. Gelukkig maar…