We wandelen de laatste tijd steeds met Sjaak langs de IJsseldijk. “Daar ben ik nog lang niet uitgekeken,” zegt Sjaak. Dat komt mooi uit, want wij ook niet. Helemaal deze zomer niet. Door de IJssel-biënnale is er naast natuur ook nog eens kunst te beleven.
Door Sjaak Bruggeman
Ik ben nog lang niet klaar met de IJssel, er is nog een heel stuk te gaan. Het zijn de zwaluwen die me begroeten op de dijk. Tientallen en nog veel meer, het houdt niet op. De snelle en wendbare vogels hebben zich verzameld en vetten zich op langs de IJsseldijk waar het stikt van de insecten. En dan op een dag tussen nu en oktober trekken grote groepen via Frankrijk en Italië naar tropisch Afrika.
Ho, kijk eens daar beneden! Een bruine kiekendief is op rooftocht en duikt keer op keer in het poeltje. Dan is rover uit zicht. Er wordt gevochten op leven en dood achter de rietkraag, het water spat omhoog. Dan druipt het vrouwtje kiekendief af. Twee meerkoeten hebben weten te overleven en bekomen van de schrik.
Verderop zit een stelletje kraaien een raaf te jennen. Zij willen graag een stukje prooi maar daar trapt deze grootste kraaiachtige niet in. Kijk, daar staat het betonnen karkas van de IJsselcentrale Harculo nog steeds met de poten in het water. Het schiet nog niet erg op met de luchtkastelen die men hier wil bouwen. (Daar is de IJsselbiënnale hier en daar dus op zijn mooist!)
En wie zitten daar op het bankje te genieten van het mooie uitzicht op de IJssel en het Gelderse Wapenveld? Wijnand en Rita van de vroegere woondecoratie-winkel en nog een Raalter stel. Even een praatje maken. Ja hoor, dat klopt. We hebben inderdaad vroeger bij jullie in het bos jonge haviken mogen ringen. En, ja hoor, dat klopt ook. We hadden lang haar en ja Rita, we leken haha inderdaad net nozems. Die goede oude tijden. En na een beetje ouwehoeren over en weer zitten we zomaar met z’n allen het liedje van ‘de nozem en de non’ van Cornelis Vreeswijk te zingen. Nostalgie. Die goede oude tijd, wah mooi…