Omdat hij er zoveel verstand heeft is het prachtig om eens in de week met Sjaak Bruggeman mee op pad te gaan. Onder leiding van een deskundig oog zie je zoveel meer. Dit keer ook met een deskundig oor: “Hoor, de merel zingt!”
“Daar ga ik dan. Op naar de dijk bij het Ganzendiep. Hier bij de zogenoemde ‘Bolleschuur’ stap ik door de witte schermbloemen de dijk op. Deze in 1929 door de boeren van Grafhorst gebouwde schuur werd vroeger gebruikt voor het stallen van een gemeenschappelijke stier. Maar tijdens de Tweede Wereldoorlog huisde hier in de schuur enkele maanden een gezin, zo las ik in het Reformatorisch Dagblad. De Duitsers zetten eind 1944 de naastgelegen polder onder water om de geallieerden tegen te houden. Gezinnen moesten hun huizen uit. Een van deze families, een man, vrouw en enkele kinderen, werd in de bolleschuur ondergebracht. Zonder aansluiting op voorzieningen als water en riolering. In deze maanden werd er in het onderkomen een baby geboren. Na de oorlog keerde de stier terug.
Een gepensioneerde boer fietst over de dijk. Hij is op weg naar zijn zoon op de pachtboerderij. “Het is toch verschrikkelijk, al die ganzen. Al die stront en het ergste is dat ze alles plat trappen. Het worden er elk jaar meer.” Hij heeft vast gelijk want op het eerste weitje met vier paarden en al die mooie dotterbloemen, heb ik zonet maar liefst 17 koppels grauwe ganzen met pak ‘m beet al snel zo’n 150 waggelende jongen geteld. Tegenwoordig woont de boer in het dorp. Hij is de koning te rijk met zijn eigen huisje en met, voor het eerst in zijn leven, 400m2 eigen grond.
Vanaf de dijk zie je overal nog kieviten zitten te broeden op de kale akkers. Een buizerd in een vlierboompje vliegt af. Je kijkt vanaf de dijk zo op het nest dat net op veilige Deltahoogte is gebouwd. Ooievaars scharrelen tussen de hooibalen hun kostje bij elkaar. Daar word nog geploegd en daarginder mais gepoot. En daar staat een vrachtwagen met pootaardappelen.
Topdrukte op het boerenland. Vanmiddag gaat het regenen en overal waar je kijken kan wordt het gras binnen gehaald. Het is een race tegen de klok. Opraapwagens, hakselaars, een balenpers. Daar rijdt een meststrooier, en daar een mestinjecteur, en daarginder word kunstmest gezaaid op het gemaaide perceel. Zwartbonte koeien mogen de niet gemaaide streppels kaal plukken. Tjeminee, wat een drukte overal zeg! Een zwaan peddelt voorlangs om plaats te maken voor een oude tjalk. Mooi werk maar wel koud staan op de boot. Hier bij de paal vliegt een wilde eend af. Maar liefst 10 vaalwitte eieren staan op barsten.
Het is middag en daar komt dan de beloofde regen. En gelijk is het een buis kouder. Ik ben weer bij het begin van mijn wandeling. Even sta ik stil tussen het fluitenkruid bij de bolleschuur. Daar in die schuur waar in de oorlog een kind ter wereld kwam. Hoor, de merel zingt! De merel die ook elk jaar bij de dodenherdenking het hoogste woord heeft. Vaste prik. Van de merel kan je het velen, want als je goed luistert zingt hij altijd en overal zijn juiste toon…fris, sprankelend en altijd op zoek om de goede balans voor je te vinden.”