Het is nog vroeg. Een buizerd valt koel en berekenend vanaf de hoogspanningsmast op een zijn uitgezochte prooi. De muis of mol zal ook aan het foerageren zijn geweest. Het ochtendritueel in de natuur is ook vanmorgen weer als alle dagen. Eten om in leven te blijven of gegeten worden.
Kijk hier in het Staphorsterveld staat water zat in de slootjes en in de groene weilanden lopen koeien en schapen. De waterhuishouding zit hier anders in elkaar dan in ons Sallandse hellend zandgebied. Geen verdorde grasmat, maar gewoon een groene wei. Het veenweidegebied kent andere problemen. Het slootwaterpeil moet eigenlijk zo hoog als mogelijk staan. Maar dan komt de bedrijfsvoering van de boer in het gedrang, door te weinig draagkracht van het land voor dier en machine. Een te laag slootpeil heeft weer een te grote invloed op bodemdaling doordat het veenpakket dan gaat krimpen. Hydrologen van het waterschap zitten door de tegengestelde belangen duidelijk in een spagaat.
Ik zwaai naar een boer in de bongerd die vanaf de voorlader van zijn trekker behendig de appels van een hoge boom plukt. Wanneer ik iets verderop langs de loopstal naar achteren loop zien de zwartbonte koeien me komen en trekken an masse een spurt regelrecht naar voren, vlak langs me heen, en hupsakee naar de melkstal. Het is een koddig gezicht maar dat is niet de bedoeling! Ik ben toch niet de boer, ik ga die zestig koeien toch niet melken en het is ook nog lang geen vijf uur. Het is een automatisme. De boer in het land betekent melktijd én brokken krijgen. En die brokken is een traktatie voor deze mooie rustige beesten. Oei, weg wezen hier, anders krijg ik ook op m’n donder en een schuldgevoel.
Langpootmuggen voor me doen een poging om niet onder mijn laarzen te komen en vallen snel een halve meter naast me, tussen de dauwdruppels het gras weer in. Kijk, en zelfs hier toch ook nog molshopen in het veenweidegebied. Tussen maaiveld en grondwater hebben ze krap enkele decimeters speelruimte, maar ze komen ermee weg.
Kijk, hier aan de Afschuttingsweg is een grote rupskraan bezig met het graven van ondiepe brede verlagingen (greppels) in meerdere lange smalle Staphorster percelen. Zeker weten dat dit te maken heeft met het tegengaan van de afbraak van het veen. Ook regenwaterlenzen worden hierin opgevangen en zo wordt niet alleen het leefgebied van weidevogels verbeterd, maar ook kan het vee langer op het perceel blijven. Een win-win situatie dus en da’s mooi werk!