Het ziet er nu toch een stuk vriendelijker uit moet is zeggen. Prima temperatuur en een lekker zonnetje tussen die mooie Hollandse luchten. Ganzen vermaken zich na het broedseizoen alweer prima in het lekkere malse gras met rode klaver van de boer die onder kasteel Rechteren een prachtig bedrijf heeft. In het naastliggende perceel is al gemaaid en gedroogd. De zwillen wachten om er kuilvoer of hooibalen van te maken.
Kijk, hier in dit bosje zit ondergronds een heel gangenstelsel van een dassenfamilie. Het lijkt me niet zo’n goed idee om te gaan kijken omdat de naaste omgeving hier een drastische metamorfose heeft ondergaan. Van het boerenbedrijf hebben de loopstal, schuren en kuilvoerplaatsen plaatsgemaakt voor een groot gazon rondom de opgeknapte oude boerderij en juist op het uiterste punt staan twee ligstoelen met uitzicht op de Vecht én het dassenbosje! De nieuwe bewoners boffen maar met zo’n fantastisch uitzicht.
Kijk daar komt een mooie Mini Cooper aanrijden op dit doodlopende weggetje. Ik hoop dat ik hier mag komen en het is maar goed dat ik niet naar de burcht ben gegaan. We stellen ons voor en ik vertel van de mooie omgeving en de dassensporen door deze omgeving. Mevrouw vertelt enthousiast over de dassenburcht, wat ik natuurlijk stiekem al wist, en van een nieuwe burcht in het andere bosje sinds kort. En dát wist ik dus nog niet. Ook vertelt ze van de hond die een das aanviel en dat moest bekopen met een zware toetakeling. Deze rakker doet het nooit weer. En dat de das een serieuze vijand is van de wolf. En ook nog, dat ze een keer een das heeft zien drinken uit de vijver, “bij ons op het kasteel”, anderhalve kilometer verderop.
Och, heb ik dan gesproken met de Freule, vraag ik me af? Misschien wel. Het kan verkeren.
Dan kom ik inmiddels langs een volgende boerderij. De boer, met twee jonge kinderen aan de hand begroet me en samen wachten we op de laatste koeien die in een lange rij naar de loopstal lopen. “Worden ze gemolken of zo?” vraag ik aan hem. Nee zegt de boer, meestal komen ze rond deze tijd, zo rond 11 uur ’s morgens uit zichzelf naar binnen. Ze blijven dan de hele dag binnen en morgenvroeg om 4 uur kunnen ze weer naar buiten. In die tussentijd bepalen ze zelf wanneer ze automatisch gemolken willen worden. Deze jonge boer heeft het goed voor mekaar, alleen het gedoe met die stikstof valt hem zwaar. “Zie weet allemoal wel hoe ’t mut, alleen zie doet d’r niks an, en wie kunt zo niet verder.”
Tja, inderdaad zijn het moeilijke tijden voor de boeren. Hopelijk komt er voor ieder een goede oplossing en kunnen ze tijdens de Stöppelhaene hun zorgen toch eventjes opzij zetten…