Kijk hier stap ik het boerenerf op en langs de kuilvoerhopen loop ik door het weiland naar achteren. Och kijk, dat zijn wel tien witte kwikstaarten die daar bij het kuilvoer wegvliegen. Boven me lopen de hoogspanningsdraden stuk voor stuk met me mee. Ik ben nieuwsgierig of daaronder over mijn af te leggen afstand van een kleine kilometer nog dode vogelslachtoffers liggen die in botsing komen met zulke draden. Maar gelukkig heb ik dit keer niets gevonden.
Hier ga ik verder over het onderhoudspad van de wetering. Het schouwpad is pas nog geklepeld en dat loopt een stuk prettiger. Maar dan begint het te regenen, niet hard maar er vallen wel van die volle dikke druppels naar beneden. In de verte zie ik veel watervogels op het water en naast me is het een komen en gaan van boerenzwaluwen die laag over de weilanden scheren.
Er strijken steeds ganzen neer in de percelen met het verse gras. Kleine groepjes van zo’n acht, tien, tien en daar vijftien stuks. Zouden die rechtstreeks uit Scandinavië komen of zijn ze toch van hier? Een eenzame ooievaar dwaalt over de groene weiden en kijk daar wordt de oude vervallen opvangruimte voor het vee al een mooi groen monument met klimop, jong takkengroei en braamstruiken. En zie daar heeft de boer met twee betonnen platen een op- en afstapje gemaakt naar het slootwater. Het is een drinkplaats voor vee. Leep bekeken, dat scheelt alweer een weidepomp én de winterstalling daarvoor.
En dan is het, zonder dat ik het in de gaten had, opgehouden met regenen en kan de capuchon af. Hier ga ik langs de bosrand maar weer terug en heb ik mooi zicht over het heideveld en de langzaam openbrekende hemel. Mooi man, en laat ik nu maar eens aan mijn boterhammen, met die extra plakjes boerenmetworst ertussen, beginnen. Mmm lekker! Ja, zelf gesmeerd hé, dan krijg je dat…