“Zolang er met vervuilende mammoettankers nog onvoorstelbare hoeveelheden soja via de Rotterdamse haven deels in ons overbelaste landbouwsysteem worden gedumpt – tegen bodemprijzen – en kunstmest en bestrijdingsmiddelen goedkoop blijven, dan zullen we binnen afzienbare tijd de laatste grutto’s, veldleeuweriken en grauwe kiekendieven vaarwel kunnen zeggen.”
Dat is een citaat uit ‘Vogels wijzen ons de weg’ een kritische kanttekening van Ben Koks bij het huidige landbouwbeleid. Een kritische kanttekening die hard nodig is, vooral ook voor de boeren zelf, want het zijn juist de ambachtelijke boeren die naar de slachtbank geleid worden in het systeem zoals we dat nu kennen, maakt Koks stevig duidelijk in zijn boek, dat je gerust ook pamflet mag noemen: “Ambachtelijke boeren zijn naar mijn idee van cruciale betekenis om ons voedselsysteem op langere termijn veilig te stellen. Het industriële agrocomplex loopt op zijn laatste poten en strompelt hooguit nog een paar decennia naar het einde. Met het verdwijnen van deze vogelgemeenschappen zullen uiteindelijk ook de laatste ambachtelijke boeren verdwijnen.”
De zogenaamde erfbetreders, denk aan voedselleveranciers en melkopkopers, hebben helemaal geen baat bij die ambachtelijke boeren, die willen groot, groter, grootst, want dat is wat er dan ook met hun omzet gebeurt. Dat zijn ook de partijen die de acties van boeren bekostigend hebben. Zijn zitten achter die nieuwe boerenpartij BBB, en ze draaien de kont in goed bedoelde projecten als Boert Bewust. Mede mogelijk gemaakt namens De Heus.
Koks vertelt zijn verhaal vanuit de vogelstand. Door corona begrijpen we dat beter dan ooit: de onderlinge verbinding in de natuur bewijst hoe snel de hele wereld betrokken raakt. “Vogels wisten dat al, nu wij nog…”
Grauwe kiekendief mijdt pesticiden
De onderzoeker Koks haalt de grutto aan Zuidwest-Friesland. Die wist precies waar nog wormen in de grond te vinden waren in “de genadeloos droge zomers van 2018, 2019 en 2020 die dankzij voorlopig onomkeerbare veranderingen in het klimaat geen toeval zullen blijken. Het mag geen verrassing zijn dat dit uitgerekend die graslanden waren waar nog een fatsoenlijk waterbeheer aanwezig is. Het waren ook precies deze plekken waar melkveehouders voldoende gras voor hun vee konden oogsten, terwijl hun collega’s elders met de handen in het haar zaten. En de jagende mannetjes van de grauwe kiekendief selecteerden uitgerekend die zomer- en wintergerstpercelen waar boeren géén insecticiden gebruikten om van luizen af te komen.”
Weinig verheffende lobby-kunstjes
Koks waarschuwt voor de weinig verheffende lobby-kunstjes van landbouworganisaties op geldpotjes voor akkervogeldoelen aan te wenden als ‘boerengeld’ en hij noemt het “vrij tragisch dat partijen als Wereldnatuurfonds en Vogelbescherming als nuttige idioten worden gezien door diezelfde agrarische belangenorganisaties.” Die moeten volgens Koks stoppen met de gedachte dat meedoen vaak belangrijker gevonden wordt, dan iets voor elkaar krijgen.
Natuurinclusieve landbouw van inhoudelijke franje beroofd
Maar “draagvlak is de moeder aller mislukkingen” schrijft Koks. Natuurinclusieve landbouw is het meest recente voorbeeld van een hoopvol basisidee dat al snel door Jan en alleman is gekaapt, van haar inhoudelijke franje is beroofd en tot op heden geen enkele inzicht met toegevoegde waarde heeft opgeleverd. Natuurinclusieve landbouw is de nieuwe melkkoe geworden en feitelijk een onsamenhangende vergaarbak van goede bedoelingen…
Een stap vooruit, twee stappen terug.
De oplossing is eigenlijk best simpel volgens Koks, “De boer is meer een manager geworden dan hij of zij zelf zou willen toegeven. Onze boeren moeten weer boer worden. Boeren die er ook trots op zijn als grote groepen goudplevieren op de landerijen komen foerageren. Waar plasdras en akkerranden niet meer nodig zijn en waar vogelakkers en kruidenrijk grasland de norm zijn.”