Het Heideblauwtje is klein, maar onvoorstelbaar mooi. Hij doet zijn naam eer aan en je zult deze prachtige vlindersoort alleen aantreffen op uitgestrekte heidegebieden of wat kleinere vochtige heidevelden met afwisselende vegetatie. Hij is waar te nemen van begin juni tot eind augustus in één generatie.
Door Emilio, De Sallandse Vlinderfotograaf
Zowel de rups als de pop van deze dagvlindersoort hebben een bijzondere verstandhouding met specifieke kleine mierensoorten, waaronder de zwarte wegmier en de mergelmier, die ook wel zandmier wordt genoemd. De rupsen en poppen bezitten namelijk een aantal kleine organen, die zorg dragen voor de speciale band met bovengenoemde mierensoorten.
Eén van deze organen is de klier van Newcomer, die een zoetige stof afscheidt, waar deze mieren verzot op zijn. De ene keer nemen de mieren de rupsen mee naar hun ondergrondse nest, een andere keer zoekt de rups van het Heideblauwtje zelf een geschikt mierennest op. Het verpoppen van de rups vindt in de meeste gevallen ook ondergronds plaats, waardoor hij goed beschermd is tegen predatoren.
De Sallandse Vlinderfotograaf maakt deze rubriek voor Salland Zoemt.