Vorig jaar maakte ik samen met een delegatie van Salland Zoemt, een kruideninventarisatie bij het waterretentiegebied Aver Heino, onder leiding van Leonieke Kruit.
Ruim 15 jaar geleden werd in opdracht van het toenmalige Waterschap Groot Salland de aanleg van waterbergingen rond Aver Heino voltooid. Het doel was de (on)mogelijkheden te onderzoeken van multifunctioneel gebruik van waterbergingsgebieden. Hierbij valt te denken aan een mengeling van toepassingen voor landbouw, natuur en recreatie.
Oud zaad, nieuwe kansen
Tijdens de inventarisatie constateerde Salland Zoemt dat het afgraven tot de oorspronkelijke zaadlaag ertoe heeft geleid dat talloze plantensoorten na een jarenlange, verborgen periode in de bodem, hun weg naar de oppervlakte hebben hervonden. Door het retentiegebied jaarlijks te maaien en het maaisel af te voeren, zorgt het WDODelta ervoor dat deze ontwikkeling zich kan blijven voortzetten.
Ondanks dat zo’n kruideninventarisatie een hoop informatie en nieuwe inzichten geeft, is Aver Heino geen onbekend terrein voor mij. In opdracht van Salland Zoemt monitor ik daar namelijk wekelijks een vast vlindertraject, waardoor de vlinderstand in dat gebied nauwkeurig wordt vastgelegd.
Afgelopen zaterdag was het weer tijd om daar vlinders te tellen, dus vroeg in de middag sprong ik op m’n fiets en begaf mij richting Aver Heino. Daar aangekomen viel het mij op dat ik de enige bezoeker was: geen ouders met spelende kinderen, geen recreanten, alleen ik. Zo zie ik het graag. Vlinders tellen en fotograferen vergt de nodige concentratie, waar een rustige omgeving een niet te onderschatten bijdrage tot levert. Na het lopen van de eerste sectie, waarop ik een Icarusblauwtje en een Bruine Daguil aantrof, werd de stilte doorbroken. Een echtpaar parkeerde hun fiets bij de entree van het waterretentiegebied en liep rustig om de waterspeelplaats heen.
“Kom maar even kijken”
Toen ze mij passeerden vroeg ik: “Houdt u van nachtvlinders?”
“Niet in het bijzonder ofzo”, antwoordde de man mij vriendelijk, maar ook een beetje onverschillig. “We hebben daar niet zoveel mee”, vulde de vrouw hem aan. “Komt u toch maar even kijken”, zei ik uitnodigend. “Dit wilt u vast wel zien.” Ze liepen beide een aantal passen in mijn richting en bogen zich voorover om te kijken wat ik had ontdekt. “Dit is een Witte Tijger”, legde ik ze vol enthousiasme uit.
“Die is wel heel speciaal zeg.” De man keek vol verwondering naar de witte nachtvlinder in de begroeiing. Ook zijn vrouw was enorm verrast en liet dat duidelijk blijken. “Wat een mooie is dat. Wat bijzonder dat jij die ontdekt hebt.”
Na het voltooien van de looproute en het opmaken van de balans: 5 Bruine Daguilen, 1 Icarusblauwtje, 1 Dwerghuismoeder en 1 Witte Tijger, keerde ik opgetogen huiswaarts.
De Sallandse Vlinderfotograaf maakt deze rubriek voor Stichting Salland Zoemt