Otto was de jongste van de achttien ooms en tantes van mijn vorige generatie. Dit aantal bewijst wel dat ik uit een goed katholiek nest kom, hoewel geen van hen zich tot een religieus leven aangetrokken voelde, wat eigenlijk toen wel hoorde. Zeker in het geval van Otto is dat maar goed ook, anders had ik niet zo’n leuke tante Yvonne en neef Otto jr. gehad.
Hij was een heel bijzonder en hoogstaand mens, waarmee ik van jongs af aan een hele sterke band had, mede door het niet zo grote leeftijdverschil van elf jaar. We overliepen elkaar niet, allebei nogal op onszelf, maar als we elkaar zagen of contact hadden was dat altijd heel warm en intens. Ik noemde hem daarom ook altijd Heeroom (in katholieke kringen gebruikelijk voor ooms die het celibaat respecteerden). Niet omdat hij alle christelijke geboden nu zo nauwgezet volgde, maar omdat hij echt een erudiete Heer was.
Mijn oma, zijn moeder, was nogal ziekelijk toen de kinderen klein waren, dus een groot deel van zijn opvoeding deed mijn moeder Lia, die bijna achttien was toen hij geboren werd. Daardoor was er tussen hen een speciale band, die altijd is blijven bestaan. Vanwege de verzorging van de kinderen hoefde mijn moeder als enige van de kinderen niet naar een pensionaat.
(Tekst loopt door onder de afbeelding)
Op mijn elfde verjaardag leerde Otto mij autorijden op de oprijlaan van het huis van mijn opa en oma. In het Fiatje 600 van oom Pluis (Jan) en tante José. De gedachte hierachter was dat wanneer je af en toe mocht autorijden, je dit niet stiekem zou doen. Ik moet tot mijn schande bekennen dat dat bij mij niet werkte. Ook niet bij mijn oudste zoon trouwens, die ik ook op zijn elfde verjaardag leerde rijden.
Op mijn veertiende had ik al de twijfelachtige eer van drie scholen afgetrapt te zijn. Mijn radeloze ouders wisten niet meer wat ze met me aanmoesten. Omdat ik al van drie scholen was afgekickt, wilde een normale kostschool mij niet hebben en werd ik naar een soort opvoedingsgesticht gestuurd: Huize Sint Josef in Cadier en Keer. Vreselijk streng en je mocht alleen met de schoolvakanties naar huis. Elke week kreeg ik toen een opbeurende en stichtelijke brief van Otto, in dat prachtige handschrift van hem. Dat heeft me toen ontzettend goed geholpen om deze rottijd door te komen.
Otto studeerde Rechten en was toen best een rechtse rakker. Altijd in mooie pakken en volgens mij zelfs lid van het Corps. Toen hij afgestudeerd was moest hij zijn dienstplicht vervullen en moest naar de officiersopleiding van de Luchtmacht en ging daarom verhuizen naar kasteel Zypendaal in Arnhem, waar zich v
(Tekst loopt door onder de afbeelding)
Otto moest hier gaan wonen en ik zou hem helpen met zijn spullen verhuizen. Daarom hadden wij oude kleren aangetrokken. Nadat we zijn spullen ingeladen hadden, besloten wij eerst nog een kop koffie te gaan drinken bij Hotel Restaurant Witte, toen het meest chique restaurant van Amersfoort, waar de familie regelmatig kwam. We gingen daar in de serre zitten maar er kwam niemand om de bestelling op te nemen. Op een gegeven moment komt er een opgesteven ober met een schoteltje aan onze tafel, met daarop een briefje met de tekst ‘Gezien uw kleding zult u niet bediend worden.’ Dat was de laatste keer dat de familie daar geweest was. Otto vond het land verdedigen een prima functie. Hij hoefde alleen maar in een kantoor te zitten met zijn voeten in de prullenbak! Een enkele keer moest hij als ballast mee in straaljagers wanneer leerlingsvliegers uren moesten maken zonder instructeur.
Toen hij de dienstplicht vervuld had, besloot hij zijn leven om te gooien en ging naar de Filmacademie. Na afronding daarvan vestigde hij zich als regisseur en scriptschrijver, zowel commercieel als artistiek. In deze tijd ontmoette hij mijn tante Yvonne, drie maanden ouder dan ik. Als we gingen stappen zei ze altijd ‘Als je tante tegen me zegt, breek ik je benen!’
Zij gingen in Beek bij Nijmegen wonen in een prachtig Amsterdamse School huis, bovenop een heuvel met prachtig uitzicht over de rivier. Op een gegeven moment zei hij mij: ‘Neef, ik wil hier weg. Ik word helemaal gek om elke dag bij het schrijven tegen dezelfde boom aan te kijken. Ik wil weer reuring, de kroeg in kunnen en iemand zijn neus omdraaien om een lekker robbertje te vechten.’ Dit terwijl een vredelievender persoon niet bestaat. Toch verhuisden ze naar het centrum van Amsterdam.
In de tijd dat ik in het mooie Vlaanderen woonde kwamen ze regelmatig langs en genoten we van het relaxte en nachtleven in Astene bij café Het Reuzeke (De Roos), een boerencafé, waar vooral Yvonne erg populair werd bij oude mannen met klakskes (petten) als zij ging biljarten. Sinds deze tijd noemde ik Heeroom ook vaak Nonkel.
Otto maakte diverse films, onder andere sketches van Simon Carmiggelt’s Kronkels, Twee Vorstinnen en een Vorst en Meneer Klomp.
Meneer Klomp werd bij mijn ouders thuis opgenomen. Zo’n dertiger jaren woning, die gedeeltelijk in oude staat gebracht werd. Voor de film geen auto- oprit en geen uitgebouwde keuken. Volgens het script moest meneer Klomp onder andere een televisie door het raam gooien, waar dun glas ingezet was.
(Tekst loopt door onder de afbeelding)
Bij de première van de film in Amersfoort waren toen ook mijn ouders uitgenodigd, ik niet omdat ik toen al in België woonde. Maar toevallig was ik er dat weekend wel en vergeet nooit dat mijn vader briesend de kamer in kwam en onmiddellijk onder de antieke salontafel dook en begon te schelden. Het bleek dat hoofdrolspeler Leo de Hartogh de televisie absoluut niet door het raam wilde gooien omdat hij bang was dat deze zou exploderen. Daarom was besloten de salontafel maar te nemen, die je dan ook in de film uit elkaar ziet vallen. Hij was met een paar hele grote spijkers ‘gerepareerd’, duidelijk niet volgens de ideeën van mijn vader. Dit heeft korte tijd tot verkilling binnen de familie geleid (tot verdriet van mijn moeder) maar werd uiteindelijk opgelost doordat ze een andere uit konden zoeken. Die ik als curiositeit nog steeds heb staan op de zolderkamer.
Heel veel sterkte aan Yvonne, Otto jr. met familie en iedereen die hem vreselijk zullen missen.
Heeroom, Nonkel, je hebt mijn leven verrijkt. Bedankt
Lieve neef Kees,
Wat een prachtig relaas met voor mij een aantal onbekende verhalen over ook mijn lievelingsoom Otto. Liefdevol verwoord, een lang leven samen. Mooi, hou het levend.
Alle goeds, neef Bastiaan
Ik werd door een vriend die Otto ook nog heeft gekend gewezen op je verhaal. Leuk om te lezen. Wat was t toch een fijne vent! Groet, Niek
Net het stuk over mijn lieve ouste zwager Otto gelezen.
Het was prachtig en ook ik leerde over zaken die mij nog niet bekend waren.
Otto was een heer van stand, maar bovenal een intelligente zachtaardige man met een lief karakter en ongekende humor.
Ik mis hem zeer,
Ankie, zusje van zijn vrouw Yvonne