Turkije heeft Instagram geblokkeerd, naar het schijnt omdat de applicatie posts rond de dood van de Palestijnse ex-premier en Hamasleider Ismail Haniyeh verwijderde. Een goede aanleiding om eens na te denken hoe we ons verhouden tot social media.
Kiezen we voor ‘alles moet kunnen’ of ‘het is ook wel een keer genoeg’
Onze Westerse opvatting over Turkije is dat de democratie daar wankel is. Maar toen we voor een documentaire met Refik Köse in de provincie Erzurum waren, hebben we daar niks van die wankele status gemerkt. Veel Turken zijn blij met het sociale vangnet dat Erdogan de samenleving gaf.
Vanuit de gedachte die we hebben over Turkije, vergelijken we de blokkade van Instagram al snel met censuur. Je kunt het ook anders bekijken: het is Instagram dat censuur pleegt! Daar is Turkije klaar mee. Praten met die social media helpt niet, dus dan maar gewoon blokkeren. Zal ze leren…
En ja, een overheid die social media beheerst, dat is natuurlijk ‘geen bestigheid’. We spraken gisteren een vluchteling uit Myanmar. Die kan nagenoeg geen contact meer krijgen met het thuisfront omdat daar de militaire machthebbers alle social media in de ban deden. Je kunt er alleen maar op internet via een door de overheid gereguleerde toegang. Dan is het überhaupt niet zo verstandig contact te onderhouden tussen gevluchte en achtergeblevene.
Een Russische vriend verwijderde best veel posts in ons Whatsapp-verkeer toen Poetin aan zijn speciale militaire operatie in Oekraïne begon.
Maar deze twee voorbeelden willen niet zeggen dat alle optreden tegen socials afgekeurd moet worden, dat het altijd kwaadwillende censuur is. Er is alle reden de werkwijze van die socials onder een vergrootglas te leggen.
Wat hebben we eigenlijk aan de socials?
Dat mensen hun leven delen op de socials, dat moeten ze lekker zelf weten.
Dat ondernemers deze platforms gebruiken om zichzelf in de etalage te zetten is al iets twijfelachtiger, omdat ondernemers wel graag willen dat we lokaal kopen terwijl ze hun advertentiegeld zelf niet lokaal inzetten maar naar Silicon Valley brengen.
Adverteren op de socials is ook niet bepaald lokaal kopen
Dat gaat ten koste van journalistieke media, die immers advertentiegeld nodig hebben voor hun voortbestaan. Gek genoeg zijn deze media zelf ook grootgebruiker van bijvoorbeeld X.
In die vicieuze cirkel doet de politiek ook mee. Zij gebruiken X om informatie te delen. Daarmee passeren ze de reguliere media en daarmee passeren ze dus ook de professionele journalistiek waar feiten en waarheden gewogen worden.
Met de socials passeer je het journalistieke werk van wikken en wegen
Niet alleen politici gebruiken de socials. Eigenlijk slaat iedereen die er een beetje toe doet de reguliere media over. Ze delen hun boodschappen op de socials.
Reguliere media vlooien de socials voortdurend uit, op zoek naar nieuwtjes die je vroeger in de mailbox toegezonden kreeg. Maar die traditionele media doen er dan al niet meer toe. De socials zijn de eerste drager van de informatie, zij hebben de primeur. Steeds meer mensen weten hun informatie daar te vinden.
Die socials sturen je met algoritmes vervolgens hun fuik in. Niet met als doel je zoveel en zo goed mogelijk te informeren, maar om je zo lang mogelijk vast te houden. Want dan kunnen ze jouw profiel het best tot in detail bepalen en kunnen ze je zo goed als mogelijk beïnvloeden in je gedrag met als uiteindelijk doel je geld uit de zak te kloppen.
De Stentor is van DPG. DPG heeft zoveel titels dat jij iedere dag wel een keer op een van hun producten zit. Daarom heeft DPG een heel goed profiel van jou. Daar kun je veel meer mee verdienen dan met abonnementsgeld.
De social media zijn commerciële bedrijven, hun doel is winst maken. Facebook, X, Insta, TikTok, ze lopen altijd langs de randen van de wet, een boete van miljoenen bij geval van overtreden van de wet doet ze niks.
Waarom geven we die bedrijven zoveel macht?
Het alternatief ligt voor het oprapen
Daar waar de economie meedoet, gaan vroeg of laat economische wetten gelden. Dat houdt in dat het uiteindelijk om winst gaat. Vooral daar waar het gaat om de waarheid en om informeren, kun je dat er eindelijk niet bij hebben. Daarom is het principe van een publieke omroep zo gek nog niet. Daar kan de journalistiek rustig zijn inhoudelijke werk zonder steeds naar kijkcijfers of winstmarges te kijken. Informeren van de samenleving is niks minder dan een voorwaarde voor het goed functioneren van de democratie.
Niet dat de huidige publieke omroep (waaronder ook RTV Oost en Salland1 onder vallen) daar bijzonder goed aan voldoet, maar zo zou het zeker kunnen zijn
Op ons verzoek is HierinSalland met de provincie in gesprek geweest samen een platform op te zetten met journalistiek over thema’s die belangrijk zijn voor de leefbaarheid in Salland, met ook ruimte voor een soort van sociaal platform voor iedereen die een boodschap kwijt wil.
Er zou een vervolggesprek komen. Daar wachten we nog op
Op zo’n publiek platform kun je afspraken maken over wat je wel en wat je niet wil. Je hoeft dan de andere socials niet te verbieden, laat die maar lekker hun gang gaan. Als je er toe doet in deze wereld, beweeg je dan op dat nieuwe platform. En belangrijker: laat de rest links liggen. Ga weg bij de socials.
Nooit meer anoniem
Intussen zou ik een wetsvoorstel willen doen: anonimiteit op openbare platforms moet verboden worden. In elk geval justitie, maar ook iedereen die betrokken raakt in posts op de socials, moet kunnen achterhalen wie de afzender is.
Met dat laatste ben ik het volledig eens. En dan gelijk maar door met al die zogenaamde prosterenden in bivakmutsen en hoodies. Gewoon iedereen die met zo’n ding op loopt zich laten identificeren. , vooraf.
En ja, ik denk dat Facebook en Instagram alleen toegankelijk zou moeten zijn voor geregistreerde particulieren. Waarmee we gelijk het verdienmodel een beetje onderuit halen.
Kom op , Europese Raad….