Mijn moeder was trots op mij. Haar zoon schreef leuke stukkies en gebruikte daarbij haar familienaam. “Kiek, doar hei’j Denne” zei ze tegen haar zussen als ik op de donderdagse zussenthee meer expres dan toevallig even mijn hoofd om de deur stak. Haar zussen zagen mij ook wel, maar dan was het mooi maar weer even gezegd.
Ik vond dat best wel leuk, die trots van mijn moeder. Ik had haar vroeger vast ook slapeloze nachten bezorgd, maar op die columns kon ze lekker slapen. Vöaral toen ik nog in het plat schreve. Mien moe las nie völle, mar die stukkie van mie, die spell’n ze van vöar noar achter.
Ik heb die ouder-kind-band pas goed leren voelen toen ik zelf vader werd. Je ziet zoiets pas als je het door hebt.
Mijn opa was Tibben, met de boerderijbijnaam Knöldert. Mans van Knöldert. Mijn moeder heette Marietje, maar werd Zus genoemd. Zus van Knöldert dus. En die doar dan, woar is det d’r iene van? Denne? O, die is van Zus van Knöldert. Dus heb ik me zelf gebombardeerd tot Denne van Knöldert.
Ik begreep haar trots deze week nog meer. Ik ben opa geworden. Van Teun. De andere opa van Teun zei dat hij op mij leek. Ik kon wel janken, wat trots det is wasse. Ikke, die man die niks moet hebben van zinnetjes als ‘je bent typisch je moeder’ of ‘sprekend zijn vader’. Ten eerste ís dat gewoon ook zo, want je bent toevallig het product van een genenvermenging van pappa en mamma, die hun genen weer van hún pappa en mamma hebben. Ten tweede is het sociologisch bepaald dat je in een kind herkent wát je er in wil herkennen. Van moeders kant zien ze er moeder in, van vaders kant vader.
Maar toen die andere opa zei dat Teun meer op mij leek, toen was ik ineens toch best wel een beetje van die bloedlijngesprekjes. Vooral ook omdat Teun een knappe baby is. Knapper had ik ze nog niet eerder gezien! 😉
Schoonzoon maakt zich alleen wel wat zorgen. Die hoort door de jaren heen steeds meer over mijn jeugdige strapatsen. Hij zei op kraamvisite: “Ik hoop toch niet dat onze zoon in alles op jou gaat lijken.” Kijk, niks van det bange gedoe, daar hou ik van.
En ik beloof dat Denne een voorbeeldige oppasopa gaat worden.
Kleinkinderen zijn er om schaamteloos te bederven, om het opvoeden daarna weer zorgeloos aan je kinderen over te laten.
Voorbeeldig, ja. Welk voorbeeld gebruikt wordt, is nog even de vraag…