Voor mij als kind was het zo natuurlijk om mij één te voelen met de natuur. Het rapen van beukennootjes, eikels of kastanjes was een jaarlijks terugkerende bezigheid met mijn broers. Het sterke gevoel als het voorjaar weer kwam, je het leven weer voelde stromen in jezelf, blij werd en weer naar buiten wilde en actief zijn. Net zoals in de winter stil worden en naar binnen keren vanwege kou en donker. Toen was dat alles nog heel normaal in mijn prille leven.
Dat werd anders toen ik naar school ging. De tijd om buiten in de natuur te zijn werd meer dan gehalveerd. Zeker toen ik naar de middelbare school ging en ook na school nog huiswerk moest maken. Gelukkig waren er de schoolvakanties waar we alle tijd weer hadden om te dromen en lekker buiten konden zijn. In ons gezin gingen we nog niet met vakantie, niet in eigen land en zeker niet naar het buitenland. Maar het gaf je alle tijd om lekker je eigen ding te doen, zonder de tijd van de klok of dat anderen je dag bepaalden.
Tijdens de middelbare school kon ik fietsend op weg naar school nog wel genieten van de wilde bloemen langs de weg of de lammetjes die in het voorjaar werden geboren. Ook de herfst met vallende gekleurde bladeren, de herfststormen of het winterse landschap deed wat met geest en lichaam.
(lees verder onder afbeelding)
Maar mijn weg ging steeds verder van huis en werd steeds meer bepaald door moeten presteren en voorbereiden op een zelfstandig bestaan. Voorbereiden op een baan om geld te kunnen verdienen, zodat je zelfstandig kon zijn. Dat bracht mijn leven meer naar binnen, meer in mijn hoofd en meer in hoe onze samenleving is georganiseerd, dan bij mijzelf en in de natuur. Ik voelde de verbinding minder worden. Wonend in de stad voelde ik de seizoenen en alles wat er in de natuur gebeurt niet meer zo. En dus ook de beleving daarvan, de invloed die het op mij had werd anders.
Wonend in de stad was het niet meer de melk van de buurman, niet meer de groenten uit de tuin van mijn vader, niet meer de bessen en bramen van de struiken en niet meer de eieren van onze kippen. Ik kocht vruchtenyoghurt in plastic halve liter bekers, en kant en klare gebraden kip in een plastic zak. Daarnaast probeerde ik wel zo veel mogelijk producten te kopen met een EKO-keurmerk, Fair Trade en producten uit de reformzaak. Maar de echte verbondenheid voelde ik toch niet meer zo.
Heerlijk vond ik het om weer in een dorp te gaan wonen. Maar wonend in een nieuwbouwwijk bleef toch altijd dat gevoel aan mij knagen dat er geen directe natuur om mij heen was. Veel huizen en bestrating en auto’s in de straat omringden mijn leefwereld. Gelukkig konden we wel de volle maan in de lucht zien hangen. Dat gaf nog wel een gevoel van een natuurlijk ritme en betrokkenheid bij iets groters dan ons eigen leven.
Eén van de dingen die ik altijd belangrijk heb gevonden in de opvoeding van onze kinderen is de verbinding met de natuur. Maar wonend in een nieuwbouwwijk met wel een mooie tuin, had ik toch nog steeds het gevoel dat zij die verbinding niet zo sterk ervaarden als ik dat had als kind. Ondanks de mooie seizoentafels met eikels en kastanjebolsters en paddenstoelen die ik maakte, ondanks de heksendrankjes die ze mochten maken met bloemen uit de tuin in hun heksenketel en ondanks dat wij veel met hen gingen wandelen in de natuur.
Toen een vriendinnetje van onze dochter opmerkte dat op het aanrecht aardappels lagen met zand en dat raar vond, begon ik me toch wel een beetje zorgen te maken over de verbinding die kinderen nog voelen met de natuur. Ik vroeg welke aardappels zij hadden en ze zei: van Celavita!!
Gelukkig hebben wij onze dochters ook nog een aantal jaren ervaring mee mogen geven in het wonen op het platteland. Ik kon niet nalaten om hen te betrekken bij alles wat leefde en groeide. Van kevertjes, mooie kleuren, vormen en tekeningen in bloemen en vruchten, van keldermotten en pieren tot libellen, bijen en vlinders.
(lees verder onder afbeelding)
Die verbinding met de natuur als kind is zo wezenlijk om later met respect om te gaan met alles wat leeft. Ik geloof dat het met onze kinderen goed is gekomen. En ik gun het alle kinderen.
Leestip: Het laatste kind in het bos van Richard Louv
Samenvatting
(lees verder onder afbeelding)
‘Ik speel liever binnen, want daar zitten de stopcontacten’, zegt een jongen uit groep zes. Een jongere kan u waarschijnlijk best wat vertellen over de regenwouden in het Amazonegebied, maar niet over de laatste keer dat hij op ontdekking het bos inging of in het gras lag te luisteren naar de wind.
Nooit zaten zo veel kinderen binnen, vaak achter een tv- of computerscherm. Richard Louv brengt dit opgroeien zonder natuur in verband met de verontrustende toename van overgewicht, concentratiestoornissen en depressies bij kinderen.
In korte tijd is Het laatste kind in het bos van Richard Louv in de Verenigde Staten een bestseller geworden. Daar was het boek de aanzet tot een nationale dialoog. Louv brengt als eerste recent onderzoek in kaart dat laat zien dat direct contact met de natuur van wezenlijk belang is voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid van kinderen. Louv slaat niet alleen alarm, hij vertelt ook hoe we de verbroken relatie met de natuur kunnen herstellen.
Richard Louv, auteur, journalist en docent, is pleitbezorger van het kind. Voor dit boek interviewde hij drieduizend kinderen en tal van hun ouders.