Jaren geleden werd mij gevraagd eens een kijkje in mijn keuken te mogen nemen. Nou vind ik zelf helemaal niet dat ik nou persé zo bijzonder kook. Wel kook ik gezond, lokaal en heel afwisselend. En ja, dat wil ik wel delen.
Van mijn moeder heb ik vooral geleerd dat het eten gezond moet zijn. Je voeding moet je voeden, letterlijk en figuurlijk. Het zorgt voor je lichaam en geest. Voeding ben ik als iets Heiligs gaan zien. Heilig in de zin van heel, heilzaam en van zeer grote waarde.
Ik kan moeilijk zien dat mensen met lange tanden eten. “Dat lust ik niet” kan ik slecht verdragen. Zie de waarde van het eten en heb er respect voor. Dat brengt me ook meteen op het feit dat boeren die het eten telen, zo slecht betaald worden. Het is het meest essentiële dat er bestaat. Het staat aan de basis van ons leven.
Jong geleerd
Vroeger werkte ik met mijn vader in de groentetuin. Ik hielp zaaien en oogsten. Ik haalde de coloradokevers uit de aardappelen. Ik had veel zorg voor de groenten en werd er heel gelukkig van om met de planten en met de aarde te werken. Zo leerde ik ook al vroeg de onkruiden herkennen. Op dat moment wist ik nog niet dat ik daar later ook gerechten mee ging maken.
Dat er pesticiden gebruikt werden bij de teelt vond ik een aanslag op het leven. Hoe kon je nou voeding telen en tegelijkertijd gif gebruiken dat veel planten en dieren doodden? Ik snapte dat niet.
Toen onze kinderen klein waren, zorgde mijn schoonvader voor onze groentetuin. Helaas gebruikte hij ook pesticiden, maar zo weinig mogelijk zei hij. En daar vertrouwde ik hem dan maar in. Ik probeerde bewuste keuzes te maken in het kopen van voeding. Geen E nummers of andere toevoegingen, onbewerkt, het liefst zo puur mogelijk. Ook probeerde ik groente en fruit van het seizoen te gebruiken en kocht ik het liefst lokaal. Zo hebben we ook een tijdje vlees van de Schotse Hooglanders die op de Sallandse Heuvelrug graasden gegeten. Op dit moment hebben we de keus gemaakt voor een plantaardig menu.
Zelf een moestuin
Omdat ik al snel zag dat, ook al probeer je bewust te kopen, er vaak toch nog wel iets mee is. Mijn conclusie was dat je het beste zelf een moestuin kon hebben, waardoor je wist wat je at. Mijn moestuin is één en al experiment. Ik probeer te leren van de natuur, ze stiekem na te doen.
(Lees verder onder afbeelding)
Mijn doelstelling was, dat uiteindelijk de moestuin zichzelf kon voortzetten, zonder bemoeienis van mij. Niet dat dat gelukt is na twaalf jaar. Maar er is heel veel ook wel gelukt.
Zo krijgen we elk jaar aardappelen die groeien uit de kleine aardappeltjes die achter zijn gebleven in de grond. Er zijn veel gewassen die zichzelf uitzaaien: rucola, radijs, sla, postelein, veldsla. Daarnaast heb ik vaste gewassen, zoals asperges, aardpeer, rabarber, aardbei en framboos. En het leuke is dat ik inmiddels de onkruiden verder heb leren kennen en weet wat ik kan maken. Zo gebruik ik brandnetel en melde als spinazie, klaver, weegbree, zevenblad, duizendblad voor in de pesto.
(Lees verder onder afbeeldingen)
Er staan ook veel kruiden in mijn tuin. Van salie, lavendel, munt, bieslook, peterselie, tijm, oregano tot venkel en citroenmelisse.
Daarnaast teel ik jaarlijks veel pompoenen en courgettes. Als ik te veel courgettes heb, maak ik ze op zoet- zuur. Dat gebruiken we dan als lekker bijgerecht bij bijvoorbeeld rijst. Het telen van tomaten was nooit een succes. Inmiddels hebben we een mooie ronde kweekkas voor tomaten, paprika’s en komkommers. Mijn grootste uitdaging vormt momenteel het telen van verschillende bonen. Voor een plantaardig dieet is dat wel een essentiële voedingsstof. Ik hoop dat ik hier nog eens meester in wordt.
En wat staat er dan op mijn menu.
Ik werk niet met vaste recepten maar kijk altijd wat er in het seizoen groeit. Deze groenten en vruchten gebruik ik. Ik wissel met aardappel, rijst, pasta en brood. Om aan de nodige eiwitten te komen kook in granen in combinatie met bonen, gebruik tofu, edelgist, noten, zaden, veel groene groenten en eieren van onze loslopende kippen.
In verband met onze kinderen heb ik een afwisselend weekmenu dat er in grote lijnen hetzelfde uitziet maar elke keer weer anders ingevuld wordt. Zo kook ik een dag met aardappelen, een dag pasta, een dag rijst/couscous/ gierst/ boekweit/ mais gecombineerd met bonen, is er een soep dag en is er ook altijd een dag voor kliekjes.
En meestal is er wel een etentje met anderen. Deze basis zorgt voor veel afwisseling waardoor je alle ingrediënten wel binnenkrijgt.
Het combineren is eindeloos. Het gebruik van verschillende kruiden zorgt ook voor de nodige afwisseling. Ik ga steeds meer op mijn gevoel af en o ja, het gebruik van verschillende kleuren in het eten vind ik ook belangrijk.
Gewoon omdat het oog ook iets wil en met kinderen is dat ook een belangrijk onderdeel om het eten aantrekkelijk te maken.
Website ‘t Natuurlijk Huus