Nu alweer vijftien jaar geleden hadden we het geluk dat we gingen verhuizen naar het platteland. Geluk niet alleen omdat we meer in de natuur gingen wonen maar ook omdat we onze levenswijze en al de verzamelde spullen door de jaren heen, eens tegen het licht van duurzaamheid en “wat heb je nu echt nodig” konden houden. Daarbij moet gezegd worden dat we de keus hadden gemaakt voor een duurzame woning en dat we meer zelfvoorzienend wilden gaan leven. Dus niet alles maar steeds kopen, maar eerst kijken of we het überhaupt wel nodig hebben, wat we zelf kunnen doen of eventueel tweedehands kunnen aanschaffen.
Dus alle spullen werden grondig bekeken. We hadden in onze nieuwe woning bewust gekozen voor weinig opbergruimte en een beperkt aantal aanrechtkastjes omdat de praktijk is dat je dan die ruimte weer gaat opvullen. Minder ruimte geeft misschien juist wel meer ruimte. Het voelde heerlijk opgeruimd dat we veel spullen achter ons lieten. We gaven het weg of brachten het naar de kringloop. Zo konden we weer een nieuwe start maken.
Dus er kwamen heel wat minder spullen in huis. In de tijd dat ons huis gebouwd werd, woonden we in een kleine vakantiewoning. Daar ervaarden we dat we weinig tijd kwijt waren aan het huisje en dat we heel veel tijd vrij hadden om te besteden aan de bouw van onze nieuwe woning.
Minder spullen en een kleiner huis geeft dus vrije ruimte, letterlijk en figuurlijk.
In de aanrechtkastjes kwam alleen maar te staan wat we nodig hadden en gebruikten. De kinderen hadden een schuifkast op de kamer waar ze al hun spullen moesten bewaren. Het idee was dat ze zelf leerden verantwoording te nemen voor hun spullen en alles wat ze nog graag wilden hebben. Eén van onze dochters kon heel kwaad worden als ik haar spullen op haar kamer neerlegde, want dat lag haar dan in de weg. Mijn reactie daarop was dat haar spullen ons in de weg lagen en dat zij diegene was die het mocht opruimen. Vanuit die boosheid kon ze heel goed opruimen. Het gevolg bij een andere dochter is dat ze heel snel spullen wegdoet. Soms een beetje te snel naar mijn idee, zeker als het een (voor mij) emotionele waarde heeft. Maar zij vindt het heerlijk om geen overbodige spullen om zich heen te hebben en in een geordende omgeving te leven.
Omdat we maar een klein zoldertje hebben, kunnen we daar alleen maar bewaren wat we op een ander moment in het jaar weer nodig hebben. De rest wordt weggegeven, op Marktplaats gezet of gaat naar de kringloop. Zo neemt het aantal spullen in huis niet sluipenderwijs weer toe.
Vaak heb je allerlei tierelantijntjes in huis staan, maar welk doel dienen ze?
Toen we dertig jaar geleden een bergtocht in de Himalaya maakten en verbleven in heel eenvoudige onderkomens en de hele dag en avond heerlijk omringd waren door bergen, rivieren, watervallen, grote vlaktes en bossen misten we al die spullen niet.
Ik voelde me helemaal vervuld door de natuur. Bij terugkomst in Nederland kwam de gedachte in mij naar boven dat wij in plaats daarvan heel erg druk zijn met onze spullen. Er is altijd wel weer iets dat aangeschaft moet worden en waarvoor we de winkels ingaan of via internet op zoek gaan.
Door daar minder mee bezig te zijn, hou je meer tijd over om in de natuur te zijn, te fietsen, te wandelen of lekker in je tuin te werken. Consuminderen is zo gek nog niet. Het betekent minder spullen maar het levert aan de andere kant veel meer op. Je houdt bijvoorbeeld geld en tijd over, je waardeert meer wat je al hebt, je koopt kwalitatief betere producten die langer mee kunnen gaan je hoeft minder op te ruimen en schoon te maken.
En niet onbelangrijk je kunt je meer bezig gaan houden met wat er écht toe doet.