Ik begin steeds meer tot het besef te komen dat de natuur het mooist is als je haar de gang laat gaan. De tuin winterklaar maken door er niks aan te doen. Bomen onderhouden door ze niet te snoeien. Genieten van wildmengsel door het niet te zaaien.
Door Harrie Kiekebosch
En op straat neem ik ook de proef op de som: onkruid tussen de stenen niet wieden, kijken wat er dan gebeurt. Daar komen plantjes op die werkelijk het bekijken meer dan waard zijn. Dat zijn insecten trouwens helemaal met me eens. Ik zie ze in toenemende mate genieten van de straat achter het huis en van de oprit.
Met de minigids ‘stoepplantjes’ weet ik ook wát er allemaal groeit en bloeit op straat. Varkenskers, biggenkruid, weegbree, ooievaarsbek, vetmuur, muursla, robertskruit… en natuurlijk straatgras! De minigids geeft 52 stoepplanten, dus je hoeft niet ingewikkeld te determineren, je kunt ze gerust even allemaal langs lopen. Als je dan denkt dat je beet hebt, kun je met de gids altijd nog even die determinerende check doen, want met drie of vier typerende eigenschappen loop je zo naar de waarheid toe.
Even terug naar de inleiding:
– de tuin winterklaar maken is in de geest van velen zoiets als de tuin van alle dode herfstspullen ontdoen. Maar dat moet je dus juist niet doen. Dat is voedsel, beschutting en warmte voor de natuur.
– bomen onderhouden door niets te doen geeft de boom kans zijn takken te laten schieten naar plekken waar nog ruimte is. Voor wie zou je eigenlijk snoeien? Weet een boom niet zelf het beste wat ie moet doen?
– wildmengsels zitten massaal in de grond. Probeer maar eens een stukje gazon een maand niet te maaien. Daar komen de mooiste plantjes en bloemen op: allemaal van zaadjes die al in de grond zaten. Al dat bij zaaien… dan bepaal jíj wat er moet groeien en bloeien, maar daar trapt de natuur heus niet in. Die zal wel een jaartje meewerken, misschien twee. En als je zijn bodemstructuur vernield hebt door eerst te frezen misschien wel drie jaar, maar daarna blijft toch echt weer alleen maar groeien wat de natuur daar ter plekke in petto heeft. Alles wat je moet doen is af en toe maaien en af voeren.
En weet je wat er dan gaat groeien? Allemaal plantjes die je ook in de minigids voor stoepplantjes tegenkomt.
Minigids Stoepplantjes in uitgegeven door KNNV en opgesteld door Hortus Botanicus in Leiden. Van uit die hoek ook nog een waarschuwing: door de opwarming van de aarde komen er snel honderden, misschien wel duizend nieuwe soorten bij hier.
