We hebben niet minder boeren nodig, maar juist méér. Maar dan wel: kleinschalige boeren, die samenwerken met de natuur en hun gemeenschap voeden. Laten we de stikstofcrisis aangrijpen om de transitie richting een toekomstbestendige landbouw in te zetten. Deze boeren wijzen ons de weg.
Door Nadine Maarhuis
Zelfs eten dat we als ‘gezond’ bestempelen bevat steeds minder voedingsstoffen. De oorzaak? Een uitgeputte bodem. Want wat niet in de bodem zit, komt niet in ons eten terecht, en dus niet in ons lijf. Hierdoor ontstaan allerlei tekorten en eten we onszelf onbewust chronisch ziek, weet orthomoleculair en natuurgeneeskundig therapeut Rineke Dijkinga. Gelukkig werkt het principe ook andersom. Zodra we kiezen voor biologische, biodynamische en regeneratieve landbouw die de bodem voedt en gifvrij eten voortbrengt, voeden we ook onszelf.
En dat niet alleen. Ook biodiversiteit, het én boeren zelf zijn gebaat bij lokale en gezonde landbouw. In de meeste supermarkten krijgt de boer namelijk een schijntje van de verkoopprijs, waardoor die gedwongen wordt steeds verder op te schalen. Met monoculturen, pesticiden, bio-industrie en als gevolg.
Tel daarbij op dat in lokale voedselsystemen:
- Boeren in contact staan met consumenten en zo hun voorkeuren leren kennen.
- De burger zich weer verbindt met de bron van zijn/ haar/ hen voedsel.
- Voedselkilometers drastisch afnemen.
- De noodzaak voor plastic verpakkingen zo goed als verdwijnt (omdat voedsel niet langer beschermd hoeft te worden tijdens ellenlange transporten).
- Voedselverspilling afneemt omdat boeren producten die er niet ‘perfect’ uitzien ineens wel kunnen verkopen.
Kortom: Lokale regeneratieve landbouw heeft de toekomst, dus laten we er vol voor gaan. Zodat we een voedselsysteem creëren dat boeren/ dieren/ biodiversiteit/ het klimaat/ de volksgezondheid niet langer uitbuit, maar juist welzijn voor al het leven genereert. Én zodat de boer eindelijk weer een eerlijke boterham kan verdienen.
Deze boeren zijn alvast begonnen:
1) Mark Venner – Leuker Voedselbos
Twintig hectaren weiland omtoveren tot voedselbos: boerenzoon Mark Venner heeft grootse plannen. Het Leuker Voedselbos, gelegen in Baexem (midden-Limburg), wordt een plek vol biodiversiteit. Met de aanplanting van duizenden jonge bomen en planten is de basis inmiddels gelegd. Mark: “Ik hou van het boeren beroep. Maar ik wil geen boer zijn die de hele dag op zijn tractor zit en zijn dieren in de stal heeft staan. Ik geloof in een ander systeem, waarin we als boer met de natuur samenwerken.” (Zie foto hierboven)
2) Anne van Leeuwen & Ricardo Cano – Bodemzicht
Laten zien dat regeneratief een realistisch alternatief is voor gangbaar, dat is de missie van boerderij Bodemzicht. Wat anderhalf jaar geleden begon met vijf hectaren gedegradeerde Nijmeegse landbouwgrond is inmiddels uitgegroeid tot een oase van leven, inclusief
. Medeoprichter en klimaatboer Anne van Leeuwen: “Ik ben nog iedere dag verbaasd over de snelheid van regeneratie.”
3) Sanne Beld – Met Natuur Mee
Grazers zoals koeien trekken van nature in groepen van plek naar plek. Ze eten, plassen en poepen ergens, stampen het de grond in en komen pas weer terug als er genoeg te eten is en alle mest is opgenomen. “Hierdoor kunnen zowel de koe als de bodem floreren en heb je geen stikstofprobleem”, legt boerin Sanne Beld uit. Op haar regeneratieve boerderij Met natuur mee bootst ze het natuurlijke kuddegedrag van koeien na. Holistische begrazing, heet dat. Sanne: “Als je dit systeem goed toepast hoef je niet te ontwormen, geen antibiotica te geven en zijn je veeartskosten vele malen lager.”
4) Joost van Schie – De Eenzaamheid
Ook Joost van Schie wil laten zien dat het als koeienboer anders kan. Sinds een paar jaar is hij bezig om de biologische kaasboerderij van zijn ouders regeneratief én klimaatpositief te maken. Zodat het een plek wordt vol leven, biodiversiteit en natuur. Joost: “Ik wil de weg wijzen richting een regeneratief veenweidegebied.”
5) Jaap Fris & Niels Moshagen – Erve-Kiekebos
Na ruim 2,5 jaar dromen, plannen maken en naar grond zoeken is het zover: Jaap Fris en Niels Moshagen mogen de eerste Nederlandse regeneratieve gemeenschapsboerderij van stichting Lenteland gaan runnen. Jaap: “Mensen uit de lokale gemeenschap worden mede-eigenaar van de grond. Zij beslissen mee over wat op die grond gebeurt en delen in de oogst. Maar als ze hun stukje aan iemand anders doorgeven, verdienen ze daar nooit rendement op. Zo blijft de waarde die we met z’n allen op de plek creëren voor altijd op die plek.”
6) Sam Emons – Gelukkige Groentes
Ooit was Sam Emons salesman bij een ICT-bedrijf. Totdat hij vragen begon te stellen over hoe onze landbouw eraan toe is. Samen met Maarten Mulders zette hij Gelukkige Groentes op. Sam: “Als boeren werken wij voor een gemeenschap van vaste klanten voor langere termijn, die elke week komen plukken. Met deze gemeenschap delen we de overvloed van de oogst en de risico’s van een misoogst. Dit biedt ons financiële zekerheid zodat wij voedsel op eerlijke en verantwoorde wijze kunnen telen.”
7) Andres Jara – De Stadsgroenteboer
Hoe maken we regeneratief voedsel toegankelijk voor iedereen? Dat is de vraag die boer Andres Jara van de Stadsgroenteboer in Amsterdam bezighoudt. “We werken op basis van Community Supported Agriculture (CSA), dus mensen kunnen voor een seizoen lid worden en ontvangen iedere week een groentepakket”, vertelt Andres. “Mensen met minder budget kunnen kiezen voor een goedkopere optie. Die is voor ons niet kostendekkend, maar leden met een hoger inkomen compenseren dat weer. Zo zorgt de gemeenschap voor evenwicht: iedereen kan meedoen en ook wij ontvangen een eerlijk loon.”
Op zoek naar meer verhalen van regeneratieve boeren? Neem een kijkje op We Are the Regeneration. En schrijf je in voor onze nieuwsbrief, dan mis je niks én je krijgt ons laatste e-magazine cadeau.
Fotografie: Gabriela Hengeveld & Sabine Rovers voor We Are the Regeneration
Bron: MaatschappijWij