Weliswaar is dit geen verrassing nu al bij het hoofdlijnenakkoord het transitiefonds was geschrapt. Maar wel te betreuren, want juist dit programma bood een integrale aanpak voor de grote uitdagingen op het gebied van het natuurherstel, de landbouw, de waterkwaliteit, de stikstofreductie en de duurzame ruimtelijke ontwikkeling in het landschap. Dringend nodig, want niet alleen de natuur maar ook ons welzijn als onze economie is gebaat bij een gezondere bodem, frissere lucht, een schoner water en meer biodiversiteit!
We waren volgens mij in Overijssel op de goede weg. Want de gebiedsgerichte aanpak maakte het mogelijk om maatregelen voor natuur, klimaat, bodem en water slim te combineren, waarmee de natuur herstelt, de landbouw weer perspectief wordt geboden, en er meer ruimte komt voor vergunningverlening voor bijvoorbeeld woningbouw.
Het stopzetten van dit programma maakt de uitvoering van deze complexe en onderling samenhangende opgaven een stuk lastiger, waardoor niet alleen de kwaliteit van de natuur zorgwekkend blijft maar ook de onzekerheid voor boeren aanhoudt.
De afgelopen jaren heeft de Provincie Overijssel, in samenwerking met vele partners in het landelijk gebied waaronder Landschap Overijssel, intensief gewerkt aan deze gebiedsplannen. En met energie en succes. Het is dan ook niet verwonderlijk dat alle provincies recent de Tweede Kamer nog hebben opgeroepen het NPLG in een of andere vorm vooral wèl door te zetten.
Het kabinet geeft aan vast te willen houden aan de bestaande afspraken en doelen rond de waterkwaliteit en de bescherming van de natuur. De realisatie daarvan is juist gebaat bij intensieve samenwerking in het landelijk gebied. Het is daarom van groot belang dat er snel duidelijkheid komt over hoe het kabinet denkt de doelen op het gebied van natuur, klimaat, stikstof en waterkwaliteit te realiseren. En vooral hoe dit mogelijk is zonder de daarbij noodzakelijke financiële middelen. Het risico is dat nu noodzakelijke maatregelen worden vooruitgeschoven, waardoor oplossingen complexer, duurder én uiteindelijk tot meer schade zal leiden.
“Ik hoop dat we desalniettemin gezamenlijk met alle partijen in het landelijke gebied van Overijssel kunnen kijken wat wel mogelijk is. Die verplichting hebben we voor ons als voor toekomstige generaties.”