We wéten dat het huidige systeem van grenzeloze consumptie onhoudbaar is voor de toekomst van ons nageslacht én de aarde. Het voelt voor ons als ouders niet ethisch om naar de kinderen toe te doen alsof het allemaal niets uitmaakt en we zorgeloos door kunnen gaan met steeds meer en meer consumeren. We hebben daarom over de jaren heen een groot deel van ons oude consumptie georiënteerde gedrag aangepast. Hierdoor wijken wij in leefstijl soms wel af van de norm.
Ik vraag mij als ouder zo nu en dan wel eens af hoe onze kinderen (van 12, 11 en 9 jaar) het ervaren dat onze leefstijl op sommige vlakken anders is van die van hun vrienden.
Anders dan bij vriendjes
De kleding van onze kinderen is overwegend tweedehands en ze hebben niet super veel kleren (maar ook niet weinig). Vooral toen de kids jonger waren, waren wij vaste klant bij de kledingreparateur, waar (vooral kapotte knieën) soms wel vijf keer over elkaar heen werd gerepareerd.
Fietsen en het grotere speelgoed van de kinderen is vrijwel allemaal tweedehands.
We eten plantaardig of vegetarisch. Het liefst lokale vruchten en groenten, en anders moeten ze binnen de grenzen van Europa zijn geteeld, dus spannender dan een kiwi uit Italië wordt het niet, naast de gebruikelijke appel, sinaasappel of banaan (enige uitzondering die we maken). En bijna het hele jaar door, ook in de zomer, als de kinderen om exotische vruchten vragen zoals bijvoorbeeld ananas of mango is het antwoord helaas meestal nee, omdat ze zelden uit Spanje of Italië komen.
Ook zijn we kritisch op trendy eendagsvlieg-speelgoed en/of slechte kwaliteit spullen/speelgoed zoals de fidget-spinner, de squishie, slijm, hotwheels en de space scooter, waarvan je wéét dat het binnen onafzienbare tijd op de grote vuilnishoop zal verdwijnen. Voor verjaardagscadeautjes voor vriendjes maak ik zelf een cadeautje of koop ik een bewust cadeautje zoals een papieren spelletje, een boek, een plant, een bon om iets leuks te doen, een envelopje met geld, of een tweedehands cadeau.
We gaan enkel met vakantie naar bestemmingen die met de trein (of soms met de auto) te bereiken zijn.
Een interview met mijn eigen kinderen
Onze kinderen Isis en Benthe en Sep zijn 12, 11 en (net) 9 jaar. Ik besloot ze te vragen hoe zij onze leefstijl ervaren:
Wat betekent ‘duurzaam’ leven voor jullie?
Isis: “Dat we niet te lang moeten douchen, de kraan niet te lang aan, de lichten uit, minder vlees eten, dat soort dingen”.
Benthe: “Weet ik veel. oh ja ik weet wat het betekent! dat wij vieze boekweitpannenkoeken eten in plaats van normale pannenkoeken”. (Dat is eigenlijk het gevolg gezonder eten, niet duurzamer.)
Sep: “dat je leeft met dure spullen”.
Weet je waarom wij proberen het milieu minder te vervuilen?
Isis: “Dat is beter voor het milieu, de vervuiling is niet goed voor onze generatie”.
Benthe: “Omdat jullie de aarde voor onze generatie kapot maken. En dat is niet belangrijk voor jullie maar wel voor ons want wij gaan daar in leven”.
Sep: “Omdat het heel slecht is, en er gaan dieren aan dood, en we willen de natuur zo veel mogelijk helpen”.
Vind je het belangrijk dat wij duurzaam leven?
Isis: “Weet ik niet. Ik ben het gewend”.
Benthe en Sep: “De natuur is heel erg mooi en dat moet zo blijven en het is zielig voor de dieren”.
In welke opzichten vind jij dat wij duurzaam leven?
Isis: “Het huis, dat is heel anders dan andere huizen, bijvoorbeeld dat wij een massakachel hebben die het huis verwarmt, en dat we vegetarisch eten en sommig eten niet kopen omdat het uit verre landen komt, en veel mensen hebben ook een andere douchekop dan wij; zo’n brede douchekop waar heel veel water uitkomt.” (Wij hebben een zuinige douchekop).
Benthe: “We hebben een hond en twee katten die vlees eten en vieze drollen doen in de natuur, dus daar zijn wij niet duurzaam in! Mijn vriendin eet bijna elke dag vlees, ons gezin doet dat niet… vlees is toch vies?”
Sep: “Vogelhuisjes ophangen, de imker met de bijen in onze tuin zodat het goed gaat met de bijen. Minder de auto gebruiken en meer de elektrische bakfiets voor langere afstanden.”
Wat vind je vervelend aan duurzaam leven?
Isis: “Op de basisschool hadden sommige kinderen uit mijn klas heel veel spullen uit een winkel die ik ook wilde, maar die mocht ik dan niet omdat ze nieuw waren, en tweedehands kon ik ze niet vinden. En dat alle vrienden bepaald speelgoed hadden, zoals een space scooter, of een fidget spinner, en wij mochten die dan niet.”
Benthe: “In ons vorige dorp moesten we vaak fietsen en dan mochten we niet met de auto. Ik vind het ook niet altijd fijn dat we altijd tweedehands spullen moeten en tweedehands kleren zijn vaak lelijk omdat er weinig keuze is in de tweedehands winkel.” (Dat is inderdaad zo, nu dat ze ouder wordt).
Sep: “Meestal ben ik wel blij met tweedehands spullen, maar soms vind ik het irritant dat we altijd tweedehands spullen krijgen”.
Wat vind je fijn aan het feit dat wij duurzame keuzes maken?
Isis: “ik denk dat ik weet dat we er wel een beetje verschil mee maken. Niet heel veel omdat andere mensen het niet doen, maar wel een klein beetje en dat we daardoor misschien andere mensen ook inspireren om ook zo gaan leven. Wat ik niet fijn vind is dat we altijd de zelfde groenten en vruchten hebben en dat vind ik niet meer lekker. Ik wil dan andere dingen zoals mango”.
Benthe: “Fijn vind ik het dat ik geen vlees hoef te eten. Niet fijn vind ik dat we geen nieuwe trampo rand krijgen”.
Sep: “Dat je tweedehands spullen een tweede leven geeft bij een ander”.
Schaam je je wel eens naar vriendjes dat wij sommige dingen anders doen dan anderen? En welke dingen zijn dat dan?
Isis: “Nee ik schaam me niet, maar ik vind het alleen leuker en mooier als spullen en kleren nieuw zijn.
En vind je het vervelend dat we nooit met het vliegtuig gaan? (Dat was voor klasgenootjes de norm in het welvarende dorp waar wij woonden voordat wij naar Olst verhuisden)
Isis: Ik vind het absoluut niet erg dat ik niet met het vliegtuig ga. Vliegen doet pijn aan mijn oren en ik vind de trein veel fijner en leuker en ik vond het ook veel leuker toen we met de Ferry naar Scandinavië gingen”.
Benthe: “Nee ik schaam me nergens voor. De trein is ook veel leuker.”
Sep: … (die was al weggelopen)
Stel je zou alle duurzame keuzes die wij als gezin maken overboord mogen gooien wat zou je dan veranderen:
Isis: “minder douchen en lichten uit vind ik niet erg. Ik zou het wel fijn vinden als ik nieuwe kleren uit de winkel mag kopen in plaats van dat het altijd tweedehands moet zijn”
Wijze nieuwe inzichten
Deze antwoorden hebben mij wel wat wijsheid opgeleverd. Eigenlijk kunnen onze kinderen zich prima vinden in onze manier van leven maar vinden ze vooral het tweedehands gedeelte van het verhaal lastig.
Ik zal mijn principes voor een deel aan de kant moeten gaan zetten, want mijn tienerdochter gaat tweedehands kleding op een goed moment natuurlijk niet meer accepteren. Haar weerzin voor tweedehands kleding was al even merkbaar dus onlangs heeft ze haar eerste trui gekocht bij de onvermijdelijke H&M, van de zogenaamde ‘Concious’ kledinglijn (dat dan weer wel ;-).
Ons hele leven lang heeft marketing ervoor gezorgd dat wij vele malen meer waarde hechten aan ‘nieuw’. Want met nieuw hebben wij hetzelfde als Zus en Zo en dan horen wij er ook bij. Met tweedehands heb je feitelijk de dingen die niet meer ‘hip’ zijn. Hoe kunnen we dat beeld omdraaien bij de imago-gevoelige tienergeneratie!? Stof tot nadenken…
Hey Sanne! Leuk om te lezen! Dank!
Ik heb Sanne Kamerling ontmoet door het geweldige schaatsen van dochter Benthe. Geen flauw benul van haar duurzaamheidsstreven, waar ik me overigens ook erg goed in kan vinden.
Troost je, Benthe, mamma overdrijft het gelukkig niet, want anders had je in plaats van op je Viking klapschaatsen (zoals ik) nog lang op houten onderbind-schaatsen moeten trainen. Duurzaamheid eist kreativiteit, die het leven leuker kan maken. Toen ik 14 was, had ik houten schaatsen met ijzers in een ronde buis als van stalen noren. Ik schreef een brief aan de fabriek, of ze die ijzers misschien onder schoenen konden plaatsen, zodat ik échte noren had. De fabriek schreef terug dat dat niet kon, maar ik mocht, met bijbetaling van het prijsverschil, mijn schaatsen (ongezien in welke staat ze verkeerden) opsturen met een voetafdruk erbij, en dan zou ik een paar echte noren ontvangen. Ik verkocht mijn verzameling Dinky Toys (speelgoedautootjes) om aan het geld te komen. Zo kwam ik aan mijn eerste noren, merk Nooitgedacht.
En wat Isis en haar tweedehands klofjes betreft: snel zelf leren naaien en gebruikte kleren oppimpen tot iets origineel nieuws of van allerlei stofrestanten zelf nieuwe hippe kleren maken. Ik heb ooit in mijn studententijd van een overtollige gestreepte matrashoes een blitse spijkerbroek gemaakt (als patroon een versleten Levis losgetornd!).
Veel succes met zo’n geweldig gezin!
Robj