In de Stentor stond van de week een artikel over grondeigenaren in het buitengebied die extra bomen planten, houtwallen aanleggenen vijvers graven. Tussen Heino en Raalte doen zeventien grondeigenaren mee, in de omgeving Okkenbroek-Lettele dertien en in Olst-Zuid gaat het om vijf grondeigenaren.
Jan Overesch vertelt in het artikel waarom hij al tussen de drie en vier kilometer bomen, hagen, heggen en houtwallen op zijn boerenland aanbrengt: om de natuur te redden. Overesch is betrokken bij Salland Zoemt, daar kwamen heel wat reacties op dat verhaal terecht.
Van een bioboer bijvoorbeeld, die onmiddellijk de telefoon pakte en aangeeft dat hij ook mee wil doen met extra aanplant van hagen als veekering op zijn land.
En ook de vraag hoe dat dan zit met het rigoureus terugsnoeien van houtsingels. “Want dan heb je die heggen aangelegd en dan snoeien ze dat allemaal weer terug. Ik zie overal waar ik fietsend en lopend langs kom, kaalslag van bosjes, struweel, hagen, etc. Kijk bij De Regge, bij Aver Heino, bij veel landbouwpercelen… Dan poot je kleine struikjes en bomen, die ooit zullen moeten bijdragen aan biodiversiteit en klimaat, maar dan worden tegelijkertijd struiken en bomen gekapt die nú bijdragen aan deze opgaven. Wat houdt die kaalslag in voor natuur, milieu en klimaat?”
Salland Zoemt kan wel wat met die vraag, want die kaalslag is goed uit te leggen en Salland Zoemt wil het onder andere in Salland weer aan het zoemen van de insecten krijgen, door mensen uitleg te geven over de natuur. “Want als je weet hoe het werkt, ga je er uiteindelijk ook beter mee om” stelt Emilio Metting, voorzitter van de stichting. “Met onze projecten voor ‘opgaand hout’, dragen we bij aan het versterken van de biodiversiteit en het halen van de klimaatdoelen. Alle bee(s)tjes helpen. Vooral ook omdat bij de keus van de aanplant zorgvuldig is gekeken wat je het best waar kunt aanplanten. Zodat je bijvoorbeeld vroegbloeiers hebt, maar ook laatbloeiers, zodat er voor insecten het hele jaar door wat te eten valt. Maar ook zo aanplanten dat zoogdieren er een schuilplek aan hebben en vogels zich thuis voelen. Als je weer meer vogels krijgt, is dat weer goed tegen de eikenprocessierups (die je dus niet met gif moet bestrijden, want dan maak je de cirkel kapot).
Jan Overesch vult aan: “Maar je moet de aanplant ook onderhouden! Houtwallen moet je eens in de zeven jaar ‘afzetten’, dan moet je ze terug snoeien, anders verstikt de natuur op die plek. Een bos is immers meer dan alleen maar de bomen, het is een geheel van bomen, ondergroei en ondergronds leven, dat communiceert allemaal ook met elkaar. Als je het niet onderhoudt gaat het dood en komt er ook wel weer nieuw bos. De snoei bij Aver Heino is daar een goed voorbeeld van. Daar zat veel achterstallig onderhoud in. Die is nu gesnoeid én er is meteen een nieuwe wal er bij aangelegd.
Met goed onderhoud hou je ‘meer boom’ over. Wij houden op onze boerderij open dag op 12 juni. Dan hebben we ook een standje waar uitleg over de houtwallen bij ons bedrijf gegeven wordt.