Een bijenhotel en een bankje op een groene postzegel in een omgeploegde akker. In onze (nieuwe) rubriek ‘zoden aan de dijk’, plaatsen we foto’s die verder geen woorden nodig hebben. Nou… dat bijenhotel, daar was nog wel wat meer over te zeggen!
Meer dan de helft van de bijenhotels lijkt niet of nauwelijks te functioneren. Vooral omdat ze op plekken staan waar wilde bijen geen voedsel kunnen vinden, dus boeken ze ook niet in bij het hotel.
Salland deze Week wordt gemaakt door een groep mensen die onderwerpen aandragen
Heetenaar Jan Oostewechel heeft namens werkgroep Heel Heeten Zoemt/ Blij met de Bij de afgelopen jaren enkele honderden bijenhotels bekeken en beoordeeld. Zijn conclusie: “Deze hotels bij de boeren functioneren heel matig. In de geboorde steen zie je af en toe broedsels. In de zachthouten berken stammetjes idem dito. Maar tot mijn spijt moet ik zeggen dat in meer dan zestig procent van de goed bedoelde hotels geen of minimaal broedsels aanwezig zijn.
Vaak staat de kast niet op het zuiden gericht, waardoor er voor de wilde bijen te weinig zon en warmte is. Je er bij met een open achterkant, daar wordt het ook niet beter van… Er wordt ook veel verkeerd materiaal gebruikt in de bijenhotels. En in de directe omgeving is vaak te weinig voedsel.
Het blijkt dat wilde bijen erg secuur zijn waar zij hun broedsel willen leggen. Hout met weerhaakjes in de broedgaten vliegen de bijen voorbij in verband met het risico van het beschadigen van hun vleugels.”
Overigens is de foto hierboven begin oktober gemaakt. Als deze akker een mooi diverse beplanting heeft gehad (geen monotoon maïs, maar bijvoorbeeld een biodivers korenveld) dan is dit bijenhotel wèl functioneel geweest. Want de wilde bijen leven kort, in dezelfde tijd als hun drachtplant, en overwinteren dan een heel seizoen als larve of pop.
(tekst gaat verder onder de foto)
In een biodivers gerstveld van bioboer Menkveld, dat barstensvol kruiden zit, ook in de onderlaag, daar is een bijenhotel voor de wilde bij heel zinvol. Klaprozen zijn wat dat betreft toppers!
In de Salland Zoemt-app met natuurliefhebbers kregen we ook een reactie binnen over de foto van het betreffende bijenhotel: Ze staan bij diverse LTO-boeren op het erf, waar ze geen voedsel vinden. Geen voedsel, geen bijen🐝 Juist voor de ‘doelgroep’ is dat funest. Want honingbijen overbruggen grote afstanden voor hun voedsel. Maar deze bijen-‘hotels’ zet je voor de wilde of solitaire bijen. Die vliegen heel beperkt in de buurt van hun geliefde planten, dus is het wel handig als hun bedje dicht bij de ontbijttafel is.
Gedragsverandering
Maar een bijenhotel kan ook aanzetten tot ander gedrag. Volgens natuurliefhebbers uit Broekland en Hoonhorst (in die Salland Zoemt-app), kan een klein voorbeeldje leiden tot grote vervolgactie. Broekland Bloeit was in het begin “niet altijd een groot succes” aldus onze zegsman, “maar inmiddels zijn wel duizenden stuks heesters en honderden bomen geplant, geschikt voor mens en dier.” In Broekland zie je nu zelfs boeren die kuilvoer inzaaien met bloemen. Hoonhorst Bloeit sluit zich aan bij die positieve ontwikkelingen. Steeds meer mensen hebben oog voor biodiversiteit en gaan over tot actie.
Jan Oostewechel: “Zorg voor gaten van 3 tot 8 mm, met een diepte van ongeveer 10x de diameter. Dat is het meest geschikt voor wilde bijen. Ook belangrijk dat er metselspecie in de buurt aanwezig is om de gaatjes dicht te metselen. Zelf plaatst ik altijd een blikje leem.”
Het allergrootste belang bij het benutten van bijenhotels is het feit dat de omstandigheden goed zijn. Jullie hebben er een groot aantal genoemd maar ook van belang is dat de bijenhotels c.q. de bijenblokjes met hun nestgangen schoon zijn. De wilde bij gaat nml. geen eitjes leggen in een vuile nestgang of een nestgang die vorig jaar al gebruikt is.
Dus de nestgangen schonen behoort gewoon tot het jaarlijkse onderhoud. De beste periode voor te schonen is net na het uitvliegen van de nieuwe bijen. Dek de uitvlieggangen licht af zodat aan de zijkant uitgevlogen kan worden. Zorg dan wel dat er een schoon bijenhotel naast staat zodat daar de eitjes in gelegd kunnen worden. Als dit jaarlijks herhaald kan worden heb je geen last van leegstaande bijenhotels en blijf je continue bijdragen aan een biodiversiteitsherstel. De wilde bijen blijven zorgen voor de bestuiving en hun nakomelingen.