Triodos onderzocht vijf transities:
- energie (naar zon- & windenergie)
- grondstoffen (naar een circulaire economie),
- voedsel (naar plantaardig en lokaal),
- maatschappij (naar meer sociale verbondenheid)
- welzijn (naar gezondheid & prettig leven).
Jan Rotmans schrijft daarover op LinkedIn: “Terwijl veel mensen denken dat er veel weerstand is tegen transities, blijkt uit het Triodos-onderzoek dat transities breed zijn geaccepteerd in de samenleving.”
Dat is dus anders dan politieke uitlatingen in Salland als “een Sallander wil zijn auto op zijn eigen oprit kunnen parkeren” en “lelieteelt is belangrijker dan parkinson vanwege gifgebruik”. “Zo doen Sallanders dat nu eenmaal” zou wel eens anders in elkaar zitten dan er doorgaans aan de oppervlakte komt. Sociale normen zijn behoorlijk verschoven. En die sociale normen zijn belangrijk in transities. Rotmans: “wat accepteren wij nog wel en niet? Hoe wij nu naar duurzame energie kijken is wezenlijk anders dan in het begin van deze eeuw. Het zelfde geldt voor roken, voeding, gezondheid, etc. Zo vliegt bijna de helft van de Nederlanders (48%) al minder of helemaal niet meer om de CO2-uitstoot te verlagen en 12% zegt dit ook te gaan doen als anderen dit doen of als het duurder wordt dan alternatieven.”
“Die sociale normen kruipen in ons via de onderstroom en raken uiteindelijk de bovenstroom. En voor een kantelpunt is geen meerderheid van de bevolking nodig, maar een significante minderheid, ca. 25%. En een aantal cruciale transities is veel dichterbij dat kantelpunt dan veel mensen denken. En hoe dichter we bij dat kantelpunt komen, hoe groter de weerstand en hoe sterker de tegenstellingen tussen groepen in de samenleving. Polarisatie is dus een teken dat we vlakbij het kantelpunt zijn.
Bij elke transitie is er een veel grotere groep Nederlanders die verandering wil (ca. 50%) dan een groep die ertegen is (ca. 15%). Bij de energietransitie en de maatschappelijke transitie is het kantelpunt al bijna bereikt (ca. 22%). Bij de voedsel- & welzijnstransitie ligt dit op ca. 15%, maar kan een kantelpunt toch snel bereikt worden als we kijken naar de groep Nederlanders die beïnvloed worden door hun omgeving of prijs. Bij de grondstoffentransitie is een kantelpunt nog ver weg en ondernemen vooral pioniers actie.
Wat betreft de weerstand tegen transities zijn er grote verschillen tussen groepen mensen. Hoger opgeleiden staan meer open voor transities dan lager opgeleiden. De weerstand is het laagst bij ouderen boven de 65 en jongeren onder de 25. Mensen boven de 55 ondernemen zelf relatief veel actie, terwijl jongeren minder bereid zijn om in actie te komen.
Er is dus reden voor optimisme, ook omdat in andere Europese landen een vergelijkbaar patroon valt te verwachten. Er is slechts een kleine groep Nederlanders tegen transities. Dat dit wordt overschat komt omdat die groep veel kabaal maakt. Maar de werkelijke verandering voltrekt zich in stilte in de onderstroom.”
Lezenswaardig artikel, en Janneke herkent er ook wel iets in. Wat ik zeer herken is het gevoel dat de polarisatie toeneemt door de wil van- in het begin- een minderheid, Komt m.i. door de wijze van actievoeren/ doordrammen. En door het herkenbare gevoel dat hoger opgeleiden eerder te overtuigen zijn met argumenten. Wat overigens in Janneke’s visie niet wil zeggen dat anders opgeleiden niet kunnen nadenken.
Echter; Triodos mag dan gelijk hebben, dat verklaart nog niet de trend dat we in bijna heel de wereld meer rechts zijn gaan stemmen( daar waar stemmen nog vrij is. )
Of bevestigt dit stemgedrag ( rechts is veelal tegen transities) juist het gelijk van Triodos’ onderzoek. Met andere woorden, Janneke denkt dat naarmate de pioniers echt op basis van breed gedragen en herkenbare wetenschap hun argumenten voor verandering laten doorklinken ( en niet door meer en agressief en /of irritant gedrag), en daardoor echt de behoudende groepering overtuigen, het dan wel goedkomt. Maar eerst de wapens de wereld uit!