Iemand een hand geven, door corona kwam dat op de tocht te staan. Je besmet elkaar er maar mee. Maar helemaal zonder konden we ook niet. Moesten we overgaan tot het contactloos knikken met het hoofd? A la ‘namasté’ in Nepal? Of toch maar die ellenboog tegen elkaar om toch nog even iets van aanraking te hebben?
Die handdruk is veel meer dan een gewoonte bij begroeten. Vroeger – zo gaat het verhaal – was het zelfs het tonen van je zwakheid. Dat je je zo maar overlevert aan de ander. Olifanten doen dat nog steeds op die manier. Uitbundig begroeten ze elkaar met trompetgeroffel, maar ook door het topje van de slurf in de mond van de ander te stoppen. Dat is nog eens je vertrouwen tonen!
Iemand de hand geven en dan flink schudden, was vroeger ook de manier om er achter te komen dat de opponent niet stiekem een mes in zijn mouw had verstopt. Tenminste, dat is wat we vermoeden. En tegelijk kun je met je handdruk ook laten zien dat je krachtig bent. Vraag dat maar aan Trump. Die gebruikt een handdruk niet nederig en met ruimte voor de ander. Die knijpt je er gelijk onder. Sommige mensen laten zich dat ook wel heel makkelijk gebeuren. Die geven een slap handje, soms wat bezweet ook nog. Die eerste indruk zegt iets. Hoe handig is dat als je voor een sollicitatie komt?
Misschien doordat we steeds meer nieuwe Nederlanders hier naar toe krijgen is de hug inmiddels ook heel gewoon. Eerder deed een select gezelschap dat, vaak vrouw-vrouw of vrouw-man. Maar Moslim-mannen rekenden af met dat homofobe gedoe, daar huggen de mannen elkaar dat het een lieve lust is! Het liefst hart op hart, dus links op links, ook al zit je hart zo goed als in het midden. ’t Is wel ritueel hè!
In de medische wereld worstelen ze vandaag de dag met een handdruk. Als er nou ergens een post-corona-gevoel hangt dan is het wel bij de dokter en in het ziekenhuis. Maar hoe los je dat op? De ene arts knikt en zwaait met z’n arm waar je naar toe moet. De ander zegt gewoon ‘we doen niet meer aan handen schudden’, maar ja, hoe lang houdt zo’n arts met vijftig patiënten over de dag dat vol? Een derde houdt zijn handen demonstratief in de zak.
Hoe verander je zo’n ritueel nou… Ach, gelukkig is er niks veranderlijker dan een traditie, dus deze aanpassing komen we ook wel te boven.
Het boek ‘Wilde Rituelen’ heeft als ondertitel ‘wat we van wilde dieren kunnen leren over onszelf’. Een interessante ondertitel, want we vinden ons zelf geen wild dier, toch stikt het bij ons van de rituelen die in de rest van het dierenrijk ook voorkomen. Bij hen vinden we het leuk te ontdekken. Maar dat we er zelf ook vol mee zitten? Denk maar eens aan rouwrituelen, aan feestelijkheden als een verjaardag of een trouwerij. Ga eens na wat we allemaal aan ritueel uit de kast halen als we op vrijerspad zijn! Naar de kroeg gaan of de mannen en vrouwen apart aan een tafel op een verjaardag: ritueel!
Verrassend te ontdekken dat wíj dat ook hebben. We zijn net dieren!