Dit boek zou de nieuwe standaard moeten zijn voor hoe economieboeken geschreven worden: met heldere uitleg, scherpe voorbeelden en een nuchtere conclusie die de fundamenten van de economische leer ter discussie stelt.
Een printer die dubbel zo snel print is niet sneller dan het andere type van het zelfde merkt. De langzame printer is langzamer gemaakt. Dat is in het productieproces iets duurder. En toch is die goedkoper… omdat je dan voor die snelle printer veel te veel kunt vragen.
Van Loen legt in glasheldere taal uit dat de economie zichzelf vaak presenteert als een exacte wetenschap — alsof de uitkomsten voorspelbaar en berekenbaar zijn, zoals bij natuurkundige wetten. Hij gebruikt het mooie beeld van een bowlingbal die van de Eiffeltoren valt. Je kunt verkeerd berekenen hoe lang de val duurt, maar de val zelf staat vast. Bij economische processen is dat anders: de berekeningen beïnvloeden de uitkomst. Zodra je een voorspelling doet, verandert dat het gedrag van mensen en bedrijven. De economie lijkt zo eerder op filosofie, psychologie en sociologie: vakgebieden waarin uitkomsten niet vaststaan en modellen geen absolute waarheden zijn.
Het boek prikt modellen door die ons dagelijks om de oren vliegen. Zo laat Van Loen zien dat inflatiemodellen en de aanname dat mensen rationeel handelen niet bestand zijn tegen de werkelijkheid. We zijn geen koele rekenaars, maar complexe wezens die zich laten leiden door emoties, context en sociale invloeden.
De titel van het boek verwijst naar een slim ontleed mechanisme: de laagsteprijsgarantie. Van Loen legt uit dat die garantie juist een prikkel wegneemt om prijzen te verlagen. Als iedereen weet dat de aanbieder met zo’n garantie de laagste prijs zal volgen, ontstaat een situatie waarin prijzen onnodig hoog blijven. De consument denkt goedkoop uit te zijn, maar betaalt in werkelijkheid meer dan nodig.
Van Loen fileert daarnaast andere economische trucs die ons dagelijks beïnvloeden. Bijvoorbeeld: een kopje fairtrade koffie dat vijftig cent duurder is, waarvan slechts een cent naar de fairtradeboer gaat, terwijl de winkelier zijn marge slim vergroot. Hij bedient daarmee zowel de klant die weinig kan of wil besteden, maar ook de prijsongevoelige klant die goed wil doen.
Of het fenomeen dat de groente altijd vooraan in de supermarkt staat: groente en fruit wil je niet onderop de rest van de boodschappen hebben. Je wordt daardoor aan het eind van de boodschappen nog eens teruggelokt naar het begin, zodat je alle schappen twee keer langs moet!
Nomie en logie
Economie is feitelijk een uitvoeringsvorm van de ecologie. Logie is immers ‘de leer van’, nomie is de manier waarop we het uitvoeren. Van Loen legt dat uit op micro- en macroniveau: het gaat er om dat je eerst helder inzicht hebt in de ecos (ons huishoudboekje), als je dat scherp hebt, herijk dan je doelstellingen nog eens. Essentieel in deze tijd waar door industrie, landbouw en menselijke consumptiebehoefte lucht, water en bodem niet meer aankunnen wat we ze aandoen.
Van Loen schreef een boek dat je aan het denken zet over het fundament onder ons economische systeem. Geen droge cijfers, maar een spiegel. En het mooie: je hoeft geen econoom te zijn om het te begrijpen.