Al je vogelkenner bent is Vogels van Europa een prachtig boek. Maar ook als je op weg bent een kenner te worden, of als je gewoon interesse hebt in vogels, is ‘de meest complete fotogids’ een prachtboek.
Rob Hume, Robert Still, Andy Swash en Hugh Harrop moeten er een hels karwei aan gehad hebben liefst 900 vogelsoorten uit Europa in één boek te bundelen, op zo’n manier dat je er ook wegwijs in wordt.
Ik ben zelf een vogelliefhebber op weg naar vogelkenner, maar dan wel eentje die altijd op weg zal blijven en nooit kenner zal worden. Vijftien jaar geleden kende het vogelrijk voor mij twee soorten: grote en kleine vogels. Maar sinds ik de app BirdNET op mijn telefoon heb, onderscheid ik steeds meer vogels op enkel hun zanggeluid. Ik weet dankzij de rubriek ‘wat doet de natuur nu dan’ dat de roodborstjes in de winter niet minder schuw zijn, maar dat het andere roodborstjes zijn, namelijk die uit Scandinavië. En ik kan niet wachten op de zwaluwen die hun nestje van vorig jaar weer gaan gebruiken. Vliegen de zwaluwen laag, dan komt er regen vandaag. En vliegen ze niet, dan wordt er in de buurt gewas bestreden door een boer. Dan eten ze even geen insecten.
En nu zit ik op zondagochtend door ‘Vogels van Europa’ te bladeren, op zoek naar tekst en uitleg van de heggenmus, een vink of een winterkoninkje. Per vogel zijn er details opgenomen waarvan ik niet eens wist dat je daar het onderscheid tussen de ene en de andere soort mee kon determineren. De kleine bonte specht bijvoorbeeld: zo groot als een mus, meestal bovenin een boom, je hoort hem vaker dan dat je hem ziet, maar áls je hem ziet kun je hem herkennen aan zijn fladderende golvende vliegstijl. Hij heeft een rood plekje op de kop, zij niet.
Dat is niet eens alles wat het boek over de kleine bonte specht vertelt, je krijgt er ook foto’s bij van de vogel in rust, als die vliegt (met aandacht voor de vleugelpengrootte) en waar die leeft in Europa. En dat dan keer 900 vogels. Ja, dan ga je naar de 650 bladzijden.
Een naslagwerk om na die bos-, uitwaarden-, of plattelandswandeling terug te zoeken wat je zag, of voor erbij als je wil weten wat er in je achtertuin zit.