Vanuit Overijssel werd er niet zo intensief mensenhandel bedreven als vanuit West Nederland. Maar als je het boek van Martin van der Linde, Esther van Velden en Marco Krijnsen leest, ontkom je niet aan de indruk dat het de ligging ten opzichte van de zeehavens was en niet de afkeer tegen slavernij die leidde tot slechts een beperkt aandeel in de slavenhandel. Burgemeesters die aandelen kochten in de VOC in ruil voor medezeggenschap en winst, landgoedeigenaren die tot slaaf gemaakten meenamen deze kant op voor arbeid in huis of op land. En reken maar dat ze in die tijd moesten lachen om ‘tot slaaf gemaakten’, ‘slaven’ vonden ze wellicht al te netjes, deze mensen werden gewoon gezien als eigendom.
Overijssel & Slavernij kwam uit rond de tijd dat Nederland besloot zijn excuses aan te bieden aan tot slaaf gemaakten. Maar ik ben geneigd het boek ook te zien als verwijzing naar de huidige slavernij. Want op de keper beschouwd worden mensen nog steeds uitgebuit.
Eigenlijk weten we allemaal dat vrouwen en kinderen in een soort van gevangenissen in kleding producerende landen werken. Twaalf uur per dag of langer. Tegen een hongerloon. Met giftige stoffen overal om zich heen. Ze maken onze goedkope wegwerpkleding of kleren waar jij je feestelijk in uitdorst als je dochter trouwt.
Nog steeds investeren we in stabiliteit in landen die grondstoffen hebben, ook als die stabiliteit een dictator betekent.
De havens van India zijn de kerkhoven van onze afgedankte schepen.
Onze agro-industrie exposeert het landbouwgif dat hier verboden is.
Het is ook dichterbij.
De Polen en Roemenen komen naar ons toe. Seizoensarbeid in de kassen, arbeid in slachterijen, de mannen en vrouwen die in de distributiecentra van Jumbo en AH werken om ons eten zo goedkoop mogelijk in de supermarkt te krijgen. Wij zelf halen onze neus er voor op en geven asielzoekers de schuld voor ons huizentekort. Maar het ware probleem zit ‘m in de manier waarop we onze economie bloeiend weten te houden. Met moderne slavernij. Vroeger op plantages, nu in fabriekshallen en de glastuinbouw.
En dan hebben we het nog maar niet over de manier waarop we onze gedomesticeerde dieren behandelen… De tot kiloknaller gemaakten?
In Overijssel & Slavernij geven de schrijvers aan niet alles omvattend te zijn. Het boek is wat hen betreft naast een eyeopener misschien ook wel het begin van nader speurwerk. Laat het ook maar een wake up call zijn voor wat we nu aan het doen zijn. Dat we de arbeidsomstandigheden van nu goed documenteren. Dan hoeven ze over een tijdje niet zo lang na te denken over de excuses daarover.
Overijssel&Slavernij is uitgegeven bij WBooks.