Het nieuwe boek van hoogleraar sociale psychologie Roos Vonk heet ‘Mijn ego heeft altijd gelijk’. Ik ben nog niet halverwege, maar heb voor de verandering toch gekozen er nu al een recensie over te schrijven. Want het boek gaat over bijna alles waar we straks met Kerst en op weg naar het nieuwe jaar mee bezig zijn. Hoe je er voor staat, hoe je het het afgelopen jaar deed, wat je het nieuwe jaar gaat doen, samenzijn met vrienden, familie, geliefden en elkaar eens goed in de ogen kijken en zeggen wat je van elkaar vindt.
Nou, weet dan dat je ego altijd gelijk heeft. Ook als ie geen gelijk heeft. Iedereen is een verhalenverteller en maakt van het onbewuste deel van zijn leven mooie verhalen voor het bewuste deel, ook als daar geen donder van klopt. Dat is best fijn, want het geeft je zelfvertrouwen. Het is ook wel lastig: omdat anderen zien dat je de werkelijkheid mist.
Bekend voorbeeld is dat de meeste mensen denken dat ze beter autorijden dan gemiddeld. Dat kan dus getalsmatig gewoon niet. Dat weten we ook, want we denken over anderen dat de meesten slechter rijden dan gemiddeld. Dat we denken dat we beter zijn dan dat we zijn, komt omdat je sommige dingen van jezelf gewoon niet ziet, terwijl je denkt van wel. Neem de voorronden van destijds The Voice. Daar zaten me toch een partij vals-zingers bij… maar die hadden dus echt het idee van zichzelf dat ze heel behoorlijk konden zingen!
In de psychologie maken ze onderscheid tussen onbewust onbekwaam, bewust onbekwaam, bewust bekwaam en onbewust bekwaam. Wie wel eens een muziekinstrument heeft leren bespelen kan die stadia herkennen, maar met autorijlessen heb je het ook. Voordat je eraan begint heb je geen idee over de moeilijkheidsgraad. Je denkt wellicht dat dat toch niet zo moeilijk kan zijn. Je bent dan onbewust onbekwaam. Maar als je eraan begint, valt het vies tegen. Dan ben je je ervan bewust dat je onbekwaam bent. Heb je vlieguren gemaakt, dan raak je bekwaam, en daar ben je jezelf heel bewust van. Op enig moment speel je sax of rij je auto zonder dat je erbij nadenkt: onbewust bekwaam. Zei Johan Cruijff al niet dat simpel voetballen het moeilijkste is dat er is? Ik was bij Eagles-FC Twente, daar hoorde ik om me heen een boel onbewust onbekwamen op de tribune, op het veld zag ik vooral veel bewust bekwamen. Waren ze onbewust bekwaam, dan speelden ze wel in Camp Nou.
Probleem is dat je vaak die stadia pas achteraf herkent. We leven in een samenleving waar de onbewust onbekwamen zich meer roeren dan ooit. Ze hebben wel eens iets over een onderwerp gelezen, ergens, op internet, een kop of een column, zijn al lang vergeten wáár ze de informatie vandaan hebben, maar ze denken wel deskundig te zijn. Het is lastig appels eten met deze onbewust onbekwamen. Maar ze zijn wel makkelijk te misleiden, omdat ze zelf denken van niet, maar vooral ook omdat ze niet doorhebben dat ze misleid worden. Mindf*ck maakt daar al jaren tv-programma’s mee. Maar marketeers verleiden je op die manier ook tot aankopen. Neem de 35% korting-sticker op producten die nog net niet over datum zijn. Dat je er dan twee van koopt, wat in totaal duurder is en je hebt ook meer gekocht dan nodig. Dus ben je nu wel zo goed bezig tegen verspilling? Je denkt van wel!
Helemaal geen last van beïnvloeding? Je ziet alleen maar wat je ziet! Artsen die cadeautjes krijgen van de farmaceutische industrie denken in meerderheid dat ze er niet door beïnvloed worden, maar ze denken in veel grotere meerderheid dat hun collega’s daar wel last van hebben. En politici houden vol dat ze geen voorkeur geven aan bedrijven waar ze een commissariaat hebben. Ammehoela.
Roos Vonk legt uit dat als het over de psyche gaat, we de ‘wat’-vraag beter kunnen beantwoorden dan de ‘waarom’-vraag. Welk eten vind je lekker is makkelijker dan waarom. Van wie je houdt weet je beter dan waarom. Volgens ‘Mijn ego heeft altijd gelijk’ komen we moeilijk bij het waarom-antwoord, omdat we helemaal niet zo goed in ons ego kunnen kijken. Maar we kunnen er wel mooie verhalen bij bedenken, we zijn immers heel goede verhalenmakers. Proefpersonen kregen opdracht om twee touwen die aan het plafond hangen aan elkaar te knopen. Ze hangen te ver uit elkaar om ze beiden tegelijk vast te pakken. Er liggen wel allerlei attributen in de ruimte, daarmee lukt de opdracht. Als de onderzoeker in de kamer naar nog een oplossing vraagt, daarbij rondloopt en zogenaamd per ongeluk tegen een van de twee touwen loopt, bedenkt een meerderheid van de proefpersonen ineens dat je één touw ook een slinger kunt geven, zodat die op enig moment te pakken is, terwijl je het andere touw vasthoudt.
Als de onderzoeker daarna de proefpersonen vraagt hoe ze op dat idee kwamen, zegt bijna niemand dat dat komt omdat de onderzoeker dat touw aanraakte…
Dat gebeurt ook vaak als we op zoek gaan naar waarom we de dingen doen die we doen, op zoek naar het waarom van ons onbewuste handelen. We verzinnen er mooie verhaaltjes bij. En hoe meer je met jezelf bezig bent, hoe meer verhaaltjes je bedenkt. Als je nadenkt over jezelf kom je alleen wel negatiever gestemd de ruimte uit, dan de proefpersonen die lekker een half uurtje aan andere dingen dachten…
Zelf denk je dat die door de verhalenverteller in je bedachte verhaaltjes ook waar zijn, de sociale psychologie zegt van niet. “Wat hypochonders hebben met lichamelijke klachten (hun aandacht is altijd gespitst op mogelijke kwalen) hebben navelstaarders met hun gevoelens” betoogt Roos Vonk. En weet je wat? Die verhalenverteller van jouw onbewuste is sneller dan je het bewust kunt bijbenen. Ook bij mensen die denken dat ze heel bewust leven. Daarom zijn die de makkelijkste prooi om te misleiden, in reclames bijvoorbeeld.
‘Mijn eigen ego heeft altijd gelijk’ heeft een ondersteunende site, waarop je allerlei testjes kunt doen, waarover in het boek geschreven wordt. Ik ga snel weer verder lezen, op zoek naar nog meer inzicht in hoe slecht ik mezelf schijn te kennen.