In Salland heb je de familie Haubtmeijer en Rotengarter, ze kwamen deze kant op toen de bisschop van Munster parochianen de tip gaf zich hier als dagloner te melden, om te helpen het Overijssels Kanaal te graven. De Haubtmeijertjes zijn in Haarle blijven hangen. De Rotengartertjes in Raalte.
Ik moest daar aan denken toen ik het boek Familie van Wim Daniëls las. Daarin benadert hij op taalkundige wijze het fenomeen ‘familie’, zo ook welke achternamen er veel voor komen in Nederland. Smit is in dat rijtje wel een bijzondere. Want die komt over de hele wereld voor. In ons eigen land ook als Smeets bijvoorbeeld, in Frankrijk als Lefevre, in Rusland als Kusnetsov en in Spanje als Herrera. Mijn leraar Nederlands op de middelbare school heette Herrera… Volgens Daniëls (de zoon van Daniël dan toch) is de naam Lulleman uitgestorven, hoewel dat voor de familie wellicht niet geldt. Kan zo maar dat ze hun naam veranderd hebben. Dat is hier in Salland met de familie Kutschrutter niet gebeurd. Op hier en daar een umlaut er bij geprutst, dragen nog best wat Kutschruttertjes trots hun achternaam.
En ook aan de reeks titels van familie-clubblaadjes (Bijvoorbeeld: Het Leverorgaan van de familie Lever en De Spelregels van familie De Jeu) heb ik nog wel een toevoeging: De Kletsmeijer, uitgegeven ter ere van het trouwfeest van een van de Meijertjes.
Hartstikke mooi, die taalkundige kijk op familie. Waarom we vaderland zeggen en niet moederland, maar wel moedertaal en niet vadertaal. Dat een baby makkelijker een m dan een p zegt en daarom eerder mamma. Dat de ideale schoonzoon belangrijker is dat de ideale schoondochter, bij schoonmoeders en -vaders hebben we heel andere gedachten. Een neef die tegelijk ook wel een nicht kan zijn en dat ze in Frankrijk niet ‘nicht’ gebruiken voor een homoseksueel, maar ’tante’. Dat tantes ook wel eens theetante zijn en een ome beroemd werd omdat hij het altijd over een broodje poep had. Oom Tom, ook al zo’n bekende oom met zijn veelbesproken hut. En Uncle Sam die zelfs een heel regiment aan verenigde staten vertegenwoordigt. Dat Ome Gevert dood was, maar ome Hebbert nog springlevend, die was nieuw voor mij.
Vroeger noemde je bij ooms wel eerst zijn naam en dat dat ie oom was: Janoom bij voorbeeld. Bij tantes komt dat niet voor, schrijft Wim Daniëls. Maar ik had vroeger toch een tante Dieke die we Diekemeuje noemde, waarbij meuje staat voor tante. Ik begreep dat allemaal niet zo, dus voor mij het tante Diekemeuje. Dat hebben we Wim Daniëls nog voorgelegd: “Ja, dat ‘meuje’ is afgeleid van ‘moei’ (moeder, tante van moederskant), maar er zijn diverse betekenissen aan gegeven, waaronder ook ‘bemoeial’. In sommige streken is een nicht of neef een meuzegger.”
Een bemoeial, ik zou het niet durven zeggen van Diekemeuje, want die bemoeide zich overal mee 😉