Tim ’S Jongens komt ook nooit meer van zijn armoede-verleden af. Hij laat zich in zijn boek niet heel veel uit over zijn leven als kans-loze, maar hij heeft er nog wel heel geregeld nachtmerries over “en dan voel ik me ’s morgens alsof ik twee marathons liep, een halve fles whisky leegdronk, een joint rookte en vervolgens een half uur in een flitslicht keek.”
Probleem van dat zerotolerancebeleid is dat dat niet gaat lukken, zelfs als we zouden willen. Dat komt omdat de mensen die de plannen daarvoor moeten maken, geen idee hebben wat het is te leven als hooploos, niet bij benadering kunnen bedenken wat dakloos zijn écht is.
Want die beleidmakers hadden een wiegje dat in een goede wijk stond, ze zijn gaan studeren en kregen een goede baan met een meer dan genoeg-salaris en dan krijgen ze op hun werk ook nog de kans door te leren, nog een diploma te halen, en nog meer geld te verdienen met “babbelen en koffiedrinken”.
Dat er in zo’n zaaltje met rijke witte mensen dan over gezonder leven gepraat wordt en dat er dan altijd wel iemand met broccoli en pastinaak als voorstel komt. Vol vitamines en een vergeten groente. Hoe mooi is dat! Nou, mevrouw de idee-hebber, dat is een belediging voor die jongens en meisjes die naar school gaan zonder ontbijt omdat het pakket van de voedselbank net op was.
’S Jongens is blij dat hij vanwege zijn functie nu overal spreekrecht krijgt, dat hij vanuit zijn voorheen armoedige bestaan en zijn voorheen bijbaantje bij de nachtopvang kennis van het ene kamp kan meenemen naar dat andere kamp, waar ze over die eerste groep besluiten.
Als je kansloze en daardoor hooploze mensen wil helpen, moet je geen onbegrijpelijke digitale vragenformulieren op ze los laten. Nee, je moet ze gewoon vragen wat ze nodig hebben uit de shit te raken. Maar dat doen we niet. Als je in de zaaltjes komt waar over hulp aan deze mensen nagedacht wordt, is de huidskleur meestal wit. De mensen die de koffie komen brengen in zaaltjes, de prullenbak leeg komen maken en de ramen lappen, daar praten ze over. En heel vaak hebben die een donkerder huidskleur.
Ik moet dan denken aan de HBO waar ik aan verbonden ben. Praten over studenten en wat ze moeten leren, vanuit wantrouwen dat ze de kluit wel zullen belazeren. En mij wantrouwen ze ook, want mijn nakijkwerk moet weer door iemand anders nagekeken worden, door iemand die geen idee heeft wat er in de lessen gebeurd is, het afgelopen half jaar. We leren studenten door een hoepeltje van de beoordelingscriteria te springen. En als ze dat kunnen, krijgen ze een diploma. Wat ze echt kunnen telt niet.
Wij, koffiedrinkende babbelaars leven zes jaar langer en zijn twaalf jaar langer gezond. We zorgen vooral ook goed voor onszelf. Beleidsmakers denken daarna heel hard na over een zerotolerancebeleid tegen kinderarmoede. Maar wel met in het achterhoofd dat die hooplozen misschien ook wel een beetje in de shit zitten door eigen schuld dikke bult. Dus voorlopig moeten ze het maar doen met de voedselbank.
Tim ‘S Jongers is directeur van de Wiardi Beckman Stichting, het wetenschappelijk bureau van de PvdA. De stichting bepaalt in onafhankelijkheid haar onderzoeksagenda, met enige afstand tot de politieke dynamiek van alledag.
Tim, mag ik voorstellen dat je je meer met de politiek van de PvdA bemoeit? Want ons land kan wel weer een vangnet gebruiken van de hooplozen. Bijvoorbeeld om een zerotolerancebeleid tegen kinderarmoede op poten te zetten.