Past het dier nog op ons bord? De vraag stellen is hem beantwoorden, zou je haast zeggen. Maar Imke de Boer neemt ons een boek lang mee met die vraag. Het antwoord is uiteindelijk inderdaad ‘nee, dat past niet’. Vanwege jezelf, vanwege het dier én vanwege de planeet.
Imke de Boer is hoogleraar Dieren & Duurzame Voedselsystemen. Maar ze schrijft ‘Past dat dier nog op ons bord’ niet als wetenschapper. Ze gaat in het boek een persoonlijke zoektocht aan naar de feiten, hoe je die moet duiden en wat ze er uiteindelijk zelf mee doet. Ze is er aan het eind van het boek nog niet aan toe voor haar ontbijt het bakje volle yoghurt te laten staan, maar tegelijk eet ze dat steeds meer met tegenzin. Want voor die yoghurt haalt de boer het kalfje wel direct na de geboorte weg bij de koe. En een eitje tikken in het weekend is ook ingewikkeld, ook al is die biologisch. Want van de kuikens wordt de helft – de haantjes – namelijk gelijk vergast.
Helemaal niet nodig ook
De Boer legt in ‘Past het dier nog op ons bord’ uit dat ook al zou het dier er op passen, we helemaal geen dier nodig hebben voor ons eten. De schijf van vijf van de Voedingsbond zegt nog van wel, maar de tekst van het voorlichtingsorgaan is duidelijk zat: vlees heb je niet nodig, bewerkt vlees is zelfs ziekmakend. En dat verhaal van Joris Driepinter is ook helemaal niet waar, dat is gewoon marketing van de zuivelindustrie.
(tekst gaat verder onder de foto)
Omgaan met dieren steeds meer omstreden
De manier waarop we met dieren omgaan raakt ook meer en meer omstreden. Als mens zijn we al wel zover dat we elkaar niet mogen bezitten, maar waarom zouden we dieren wel mogen bezitten? De manier waaróp we dieren houden is ook discutabel, het is zelfs ziekteverwekkend. En de hoeveelheid die we er in ons land houden… 10 Miljoen kippen alleen in Overijssel… we importeren het voedsel, exporteren het vlees en blijven hier met de shit zitten. Letterlijk en figuurlijk.
Dan maar zonder vlees?
Maar ja, veranderen is zo makkelijk nog niet. We zijn immers gewoontedieren. Yoghurt die niet van zuivel is smaakt niet precies als yoghurt. Ook al is die wel ook gewoon lekker, het is geen yoghurt. Hoe moet je dat patroon van gewoonte nu veranderen? De Boer sluit haar boek af met een paar concrete en eigenlijk ook heel makkelijk door te voeren oplossingen. Tachtig procent van het eten dat de supermarkt verkoopt is ‘verkeerd eten’, laat de overheid daar paal en perk aan stellen, ieder jaar de lat een beetje hoger leggen. En we mogen ook wel iets meer voor ons eten betalen. Vroeger was dat 30% van ons inkomen, nu nog maar 8%. Maar door milieuvervuiling, verlies van biodiversiteit en ongezonder leven, betalen we die andere 22% nu indirect net zo goed wel.
En we moeten volgens De Boer stoppen te rekenen met het bruto nationaal product. Dat leidt alleen maar naar meer, meer en nog eens meer. We moeten op zoek naar andere waarden als gezondheid, schone lucht, een beter klimaat en meer biodiversiteit, mooie natuur om gezond in te leven, daar hebben we de boer voor nodig, laten we die daar goed voor betalen.
Maar uiteindelijk begint een ander dieet bij je zelf. Als je ‘past het dier nog wel op ons bord’ leest, treedt de verandering vanzelf in.