We zijn bij ’t Natuurlijk Huus (waar ik woon) begonnen met anders tegen ons gazon aan te kijken. Dat begon toen het mode werd kruidenrijke randen aan te leggen. Wij hebben ook meegedaan, maar vonden het eerlijk gezegd een beetje gek gedoe. Kost smakken met geld al die kruiden. En je moet ieder jaar weer. Alsof dat de bedoeling van de natuur kan zijn. Toen we er ons in verdiepten schrokken we nogal, en dat is zacht uitgedrukt.
Het goedkopere zaaimengsel wordt tegenwoordig wel kermismengsel genoemd. De zaden zijn niet-biologisch dus is er een hoop gif aan te pas gekomen om ze te oogsten. Je krijgt er vrolijkheid van boven de grond, maar dat is bedrieglijke schijn-vrolijkheid, want insecten hebben er geen snars aan. Het zijn geen planten voor de insecten hier. Of ze bloeien te vroeg, of hun landingsbaan past niet bij de insecten.
Duurdere zaden hebben dat desastreuse gif-nadeel niet, maar je moet ze net zo goed ieder jaar opnieuw zaaien. Je gooit net zo goed onzin-geld over de balk.
Die ingezaaide randen van akkers zijn nog een tikkeltje gevaarlijker. Ze trekken wel insecten aan, maar die vliegen daarna ook de akkers er achter op en vallen er dan dood bij neer vanwege landbouwgif, dat precies gebruikt wordt om én insecten én kruiden te vernietigen.
Omdat je zaden in een omgewoelde grond zaait, worden de randen ieder jaar gefreesd. Daarmee help je het mycelium onder de grond naar de knoppen. Dat is een ondergronds netwerk van schimmels en wortels die voedsel en vocht, maar ook andere signalen naar elkaar transporteren. Frees je dat kapot, dan duurt het zo vijftien jaar voordat dat weer op orde is. Dus je maakt meer kapot dan je lief is.
Via een van de excursie van Salland Zoemt kregen we te horen dat je je gras het best in drie etappes maait. Nooit alles in een keer, maar bijvoorbeeld iedere twee weken een derde deel. Alle gras staat dan zes weken. De natuur heeft daar veel aan. Zo vinden kleine zoogdieren er veiligheid. Het voorkomt een hoge grondtemperatuur met al die hittegolven die er aan gaan komen. Je maait nooit álle eitjes mee die insecten op het gras hebben afgezet.
Dus wij minder maaien. Wat bleek er meer van: er kwamen ineens allerlei plantjes op waarvan we niet wisten dat ze in het gras zaten. Kruiden als biggenkruid, speenkruid, pinksterbloem, paardenbloem, klaproos, boterbloem… Wat daar vooral zo mooi aan is: die planten horen bij de grond, anders zaten ze er niet. Daarmee zijn ze per definitie het meest geschikt voor insecten, want die zijn ook alleen hier maar omdat ze hier horen!
Bij ’t Natuurlijk Huus zoeken we nu nog naar een elektrische maaimethode om hoger gras te lijf te kunnen. Een vingerbalkmaaier op accu. Wie er eentje kan maken, kom maar door.
Van Gazon Naar Gras
Auteur en natuurliefhebber Arie Koster beschrijft in ‘van Gazon naar Gras’, hoe je meer natuur in de tuin krijgt door het vooral minder te maaien. Je komt er achter dat je daar heus geen grote tuin voor hoeft te hebben. Ook dan kun je er mee beginnen. Het liefst allemaal. Want op die manier wordt de bebouwde omgeving van ons land het grootste natuurgebied dat we kennen!
Het boek zit tjokvol voorbeeldtuinen en hoe je met het grootste gemak er een prachtig natuurgebiedje van kunt maken. Tot slot levert hij een overzicht van de kruiden mee die je kunt verwachten, op een rijtje gezet van ‘die krijg je zeker’, via ‘de kans is groot dat je die krijgt’ naar ‘wat zou het mooi zijn als die ook in je tuin gaat bloeien’.
Voor na het tegel wippen
Lijkt me een schitterende uitdaging voor het komend jaar. Dat kan zo maar bovenop de tegelwipwedstrijden die vast ook komend groeiseizoen in de Sallandse gemeenten gehouden gaan worden. Tegels eruit, geen gazon er in, maar wel een grasveldje.