Thuis hadden we een kelderkast onder de trap met daarin een redelijk grote voorraad van voedsel. Ik herinner me, als kind, vooral dat de chips in een grote bigshopper recht voor de deur aan een haakje op ooghoogte hing. Hoeveel voorraad er verder was is minder goed in het geheugen blijven hangen, maar ik gok dat het van vloer tot plafond op plankjes vol stond. Dit was (en is) voor mij vrij normaal.
Ik ben Anneke Blom, schrijfster van het boek ‘Prepper – voorbereiden op grote en kleine noodsituaties. En zombies’. Hierin probeer ik de lezer bewust te maken van het nut van preppen en bied ik handvatten om hiermee zelf te starten. Van het praktisch aanleggen van een voedselvoorraad voor een ‘bug in’ tot het hebben van vaardigheden en het kunnen communiceren in tijden van nood. Zie ook prepperboek.nl of mail me via info@prepperboek.nl
Tijdens onze ‘op vakantie’ was onze beschikbare ruimte beperkt. Niet zozeer in de tent die we hadden gehuurd, als wel in de auto waarmee we naar de bestemming reden. Vier personen, met ieder een kratje kleding, boeken, speelgoed en een dekbed, en tadaaa; de auto was tot de nok toe vol. Geen plaats voor de Hollandsche aardappelen, Calvé pindakaas en goedkope hagelslag.
Eenmaal op de plaats van bestemming – het was gelukkig niet al te ver rijden, we zaten in de Belgische Ardennen – was het voor mij meteen noodzaak om een klein ‘eet-kratje’ aan te leggen. We zijn nogal praktisch ingesteld, dus gaan voor makkelijke, houdbare, stapelbare en combineerbare producten. En mijn man wilde “un echte baguette” want als ze ergens Frans praten dan moet je blijkbaar ineens stokbrood eten. En proberen met een Frans accent te praten trouwens ook.
Op naar de dichtstbijzijnde supermarkt! Ik vind het altijd heerlijk om in een winkel te lopen die ik niet ken. In Nederland zijn bijna alle supermarkten hetzelfde opgebouwd en ingedeeld en is er voor mij weinig lol meer aan om (goedkope) alternatieven voor producten te speuren, ik weet al precies waar ik moet kijken en bovendien verkoopt iedere supermarkt eigenlijk precies hetzelfde assortiment. Maar in België bleken de verschillen groot. Ten eerste liggen de prijzen een stuk hoger dan hier, voor voedsel in ieder geval dan. Ik moest even twee keer met de ogen knipperen toen ik de prijs van meer dan vijf euro zag voor een doosje aardbeien. En dan bedoel ik dus gewoon zo’n 400-grams doosje waar je net met z’n vieren van kan snoepen. Op naar de appels en peren! Hopen dat die wat betaalbaarder zijn. Onderweg ernaartoe overigens nog net een hartaanval weten te voorkomen door snel het karretje door te rijden bij het zien van de prijzen voor vers vlees.
Bij terugkomst op de camping was er mooi een kratje kleding leeggemaakt om de boodschappen in te doen. Ik was niet van plan elke dag naar de supermarkt te rijden voor vers, dus dan is het handig om vooruit te denken wat we – vooral de kinderen – willen eten en ook in welk tijdsbestek. Want geen plek in de auto op de heenweg, betekent vanzelfsprekend ook geen plek in de auto op de terugweg. Geen grote voordeelpotten pindakaas dus! Melk in plastic flessen van halve liters, zodat je niet teveel in de koelbox hoeft te zetten per keer. Rijst in builtjes zodat je niet per ongeluk teveel kookt en moet weggooien (want bewaren voor een volgende keer is op de camping wel lastig). Maar dat zijn de dingen die ik leuk en uitdagend vind!
Eigenlijk wel vergelijkbaar met een noodsituatie
(tekst gaat verder onder de foto)
Je kunt het natuurlijk geen noodsituatie noemen, maar het is wel een situatie die anders is dan anders. Je omgeving is niet hetzelfde, de beschikbare middelen zijn niet zoals je gewend bent en vooral ook je voorzieningen zijn anders. In onze gehuurde tent hadden we ook een mini-kookvoorziening; een ‘power stove’. Na de vakantie heb ik trouwens direct zo’n ding aangeschaft. Het is een heel klein opvouwbaar gaspitje om op te koken. Fantastisch. Dat hard sissende geluid van brandend gas in combinatie met het feit dat je hem in je broekzak kan stoppen (gasfles niet inbegrepen) vind ik echt te gek. Als we straks van het gas af moeten zal ik heel droevig zijn om niet meer op echt vuur te kunnen koken. Maar dan heb ik altijd nog mijn power stove!
Ik geloof heel erg in structuur en verwachte patronen, ik word niet graag uit mijn vertrouwde omgeving of routine gehaald. Dus op vakantie wil ik het liefst – zo snel mogelijk – de dingen doen en hebben die ik thuis gewend ben. Dat geeft me vertrouwen. Dat is voor mij preppen; weten hoe ik mijn leven door kan zetten wanneer een schakel in de keten wegvalt of verandert. Ik kwam er achter dat ik prima twee weken lang met twee kleine gaspitjes kan koken zoals ik gewend ben, kleine uitzonderingen daargelaten. Sterker nog; ik zie mezelf al wel zitten in de tuin in de sneeuw van de voorspelde horrorwinter. Gaspitje op vol vermogen, pan chocolademelk erop en met de buren de hele wereld afzeiken vanwege de niet-te-betalen-gasprijzen.
Waar ligt jouw grens
Bekijk zelf eens hoe veerkrachtig je bent als het gaat om een verandering in je leefsituatie. Ben je bereid grote aanpassingen te doen in je levensstijl, of flip je de pan uit zodra je favoriete merk cornflakes niet meer in de schappen ligt? Beiden gevallen zijn prima (ik behoor denk ik meer tot de tweede categorie) en als je weet hoe je op dit punt denkt, dan kun je je voorbereiden op verandering in situaties. Ik vond mijn ‘studieweek’ in de Ardennen in ieder geval leerzaam en geslaagd.