In een onderzoek naar de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen in paardenbloemen van 15 openbare parken in 7 Nederlandse provincies zijn overal middelen tegen vlooien, teken en luizen aangetroffen, die voor huisdieren, zoals honden en/of katten, worden toegepast. In alle paardenbloemenmonsters waren tevens bestrijdingsmiddelen aanwezig afkomstig uit de landbouw.
Die middelen verspreiden zich ver buiten de behandelde akkers en vervuilen behalve tuinen van omwonenden en natuurgebieden, ook openbare parken tot op een afstand van 8200 meter. De onderzoekers van PAN-NL en Buijs Agro-Services concluderen dat vooral de aangetroffen diergeneesmiddelen een groot gevaar zijn voor de overleving en voortplanting van de nog overgebleven insecten in gebieden, zoals parken, waar behandelde honden worden uitgelaten. Alleen in een controle monsters genomen op een biologisch veeteeltbedrijf in Gelderland werden in de paardenbloemen geen insecticiden aangetroffen uit anti-vlooi en -teken middelen. Alle monsters zijn door een gecertificeerd laboratorium onderzocht op de aanwezigheid van 707 bestrijdingsmiddelen.
Waarom dit onderzoek?
In 2021 werden wij benaderd door documentair fotograaf Marlonneke Willemsen die zich bezig houdt met de groei en ontwikkeling van verschillende diersoorten. Zij kweekte op dat moment rupsen van de Grote Beer nachtvlinder (Arctia caja) die zij voerde met paardenbloembladen uit het Groene Hart park in haar woonplaats Nieuwerkerk a/d IJssel in Zuid-Holland. Zij ging ervan uit dat dit voedsel veilig zou moeten zijn voor haar rupsen. De rupsen groeiden normaal, maar bij het uit de pop komen, bleken de vlinders ernstig misvormd. Vele vlinders konden helemaal niet meer uit de pop komen. Toen wij na analyse van de paardenbloemen grote concentraties en aantallen van insecticiden en andere bestrijdingsmiddelen aantroffen, zijn wij tot het plan gekomen om de vegetatie ook in andere openbare parken in Nederland onder de loep te nemen.
Resultaten
Veel gif is afkomstig van behandelde honden en uit de landbouw. In de 16 paardenbloemmonsters werden in het totaal 40 verschillende bestrijdingsmiddelen, diergeneesmiddelen en metabolieten/omzettingsproducten gevonden. Het aantal varieerde van 4 tot 18 middelen per monster, met een gemiddelde van 9,7 middelen. Van de 40 aangetroffen middelen zijn 31 middelen voor gebruik in de landbouw toegelaten, of in het verleden als bestrijdingsmiddel (gewasbeschermingsmiddel) toegelaten geweest. Het vluchtige herbicide prosulfocarb is in alle paardenbloemmonsters tot op een afstand van 8,2 km vanaf akkerbouwland aangetroffen. Eveneens tot op een afstand van 8,2 km van akkerbouwland werden de metabolieten/ omzettingsproducten van de fungiciden folpet, propamocarb en prothioconazool aangetroffen. Onder de 40 aangetroffen middelen bevonden zich 9 insecticiden, die als gewasbeschermingsmiddel in de landbouw geen toelating hebben, maar wel mogen worden gebruikt als diergeneesmiddel om vlooien, teken of luizen bij honden en katten te bestrijden. In alle 15 onderzochte openbare parken zijn 1 tot 6 verschillende anti vlooien- en tekenmiddelen aangetroffen; in 8 van de 15 parken werd o.a. het zeer giftige fipronil aangetroffen (bekend van het illegale gebruik bij kippen).
In het controle paardenbloemmonster uit het weiland van een biologische veehouderij, waar alleen onbehandeld vee graast, zijn geen stoffen tegen vlooien, teken en luizen of insecticiden uit de landbouw aangetroffen. De ecotoxicologische effecten van de in parken aangetroffen cocktails van diergeneesmiddelen en bestrijdingsmiddelen zijn door geen enkel toelatingscollege ooit onderzocht, omdat dit wettelijk niet vereist is. De natuur wordt aan deze cocktails van 4 tot 20 stoffen blootgesteld. Het is op basis van wetenschappelijke literatuur logisch dat de aantallen en soorten van insecten afnemen.
Conclusie: voortplanting van insecten ernstig bedreigd
De resultaten van dit onderzoek geven aan dat de onderzochte paardenbloemen in openbare parken cocktails van 4 tot van deze 20 middelen uit de omgeving hadden opgenomen.
Op grond van de in planten aangetroffen zeer sterkwerkende insecticiden die als diergeneesmiddel bij o.a. honden worden toegepast, is het al zeer aannemelijk dat de voortplanting van insecten die deze planten consumeren ernstig verstoord wordt. De effecten van de overige bestrijdingsmiddelen (uit de landbouw) in de gevonden cocktails op de voortplanting van insecten zijn nooit onderzocht en zijn dus onbekend.
Aanbevelingen
PAN-NL en Buijs Agro-Services geven aan eigenaren van huisdieren het dringend advies om ter bestrijding van teken, vliegen, luizen en muggen geen synthetische insecticiden te gebruiken. Er zijn voldoende aanwijzingen dat de meeste langdurig werkende synthetische insecticiden voor het milieu zeer giftig zijn, en tevens serieuze risico’s met zich mee brengen voor de gezondheid van zowel de huisdieren, als hun eigenaren.
Het Nederlands officieel bevoegd gezag voor diergeneesmiddelen, de Minister van landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en de Europese Commissie dienen ervoor te gaan zorgen dat er een ecotoxicologische toetsing zal worden vereist voor nieuwe en bestaande diergeneesmiddelen voor huisdieren. Gezien de grote risico´s voor het milieu moet de toepassing van synthetische insecticiden als diergeneesmiddel voor hond en kat drastisch beperkt worden en alleen bij uiterste noodzaak voorgeschreven worden en nimmer preventief. Er zijn vele wegen naar Rome, en dat geldt ook voor dieren die vrij zijn van parasieten. Het beleid dient het uitlaten van behandelde honden in parken en natuurgebieden te ontmoedigen dan wel te verbieden. Het is te verwachten dat daardoor de middelen ook minder gebruikt zullen gaan worden.
Contact
Margriet Mantingh (PAN-NL); pan.netherlands@gmail.com, M. 06 12532813
Jelmer Buijs (Buijs Agro-Services); jelmerbuijs@gmail.com, M. 06 81466010
Website PAN-NL