Lammert Halfwerk zou verzorgingstehuizen wel terug willen in Salland
Wat vind jij dat er in het nieuws moet? “Dat er weer goede verzorgingstehuizen moeten komen” aldus Lammert Halfwerk. Lammert was een half leven wethouder in Olst en wil de bestuurders van nu niet voor de voeten lopen. Maar als hij het dan toch mag zeggen: die verzorgingstehuizen moeten weer terugkomen.
Wat vind jij dat er in het nieuws moet? Laat het ons weten. Dan proberen wij daar mee aan de slag te gaan.
Jos de Blok, de grote man achter Buurtzorg heeft wel ideeën over hoe je verzorgingstehuizen weer terug in Nederland krijgt. Hij is met het initiatief Buurtwonen op de proppen gekomen. In Zeeland, zijn geboortegrond, staat het eerste complex al. De Blok voorspelt dat het net zo gaat als met Buurtzorg: het zal zich als een olievlek over Nederland verspreiden. Op haar site roept Buurtzorg geïnteresseerden met locaties te komen. Buurtwonen helpt je dan mee ze te ontwikkelen.
Op de site lezen we dat Buurtwonen een vorm is van ‘ondersteund wonen’ in de wijk. Een plek en netwerk in je eigen buurt waar mensen in hun vertrouwde omgeving en met hun eigen sociale netwerk kunnen blijven wonen. De Blok: “Wij geloven dat buurtbewoners, familie, vrienden en bewoners elkaar kunnen helpen als een persoon niet zelfredzaam meer is. De lokale Buurtzorgteams werken als verbindende schakel. Daarin ligt onze focus op de preventieve zorg in plaats van de reactieve zorg, want voorkomen is beter dan genezen.”
Zo werkt Buurtzorg nu ook. De zorg kijkt altijd eerst wat de persoon in kwestie nodig heeft, kijkt dan wat familie en kennissen kunnen, om vervolgens op te pakken wat er overblijft. Het systeem kan zorg goedkoper aanbieden dan de reguliere zorg, vanwege de aanpak, maar ook omdat de managementlaag helemaal weg is.
De Blok: “Dat wat we in ons team in de jaren tachtig met acht of negen mensen konden, daar heb je nu een tienvoud aan personeel voor nodig…” Volgens de Blok komt dat doordat het werk is opgeknipt in kleine onderdeeltjes, waarin bazen vertellen wat het professionele personeel moet doen, “je ziet dat ook in onderwijs en bij de politie” waar het ook niet meer leuk is om te werken. “In mijn tijd was het beroep van wijkverpleegkundige het gezondste beroep van het land met tevreden werknemers met een heel laag ziekteverzuim.”
Lammert Halfwerk wil ook graag terug naar goed bereikbare zorg, maar zet ook wel een kanttekening bij Buurtzorg: instellingen zoals Carinova en ziekenhuizen verzorgen de opleidingen tot verpleegkundigen. Dat kost geld (docenten en lokalen) en dat zie je terug in de uurprijs. Als door hen opgeleid personeel dan naar Buurtzorg overstapt, profiteert Buurtzorg daar van. Maar dat er eerst gekeken wordt naar wat er via mantelzorg geregeld kan worden, daar is Halfwerk wel voorstander van. Zelf levert Lammert ook wel hand- en spandiensten bij oudere buren. Als daar dan straks jongeren komen wonen, hoop ik dat ze mij ook verder helpen.”
Als Buurtwonen en zorginstellingen, met behulp van bijvoorbeeld woningbouwcorporaties zorg organiseren volgens de filosofie van Buurtwonen ga je veel minder zorg hoeven geven en wonen mensen wel in hun eigen omgeving veel langer, met veel meer plezier in hun eigen omgeving.
De doelgroep voor Buurtwonen is groot zegt De Blok. “Iedereen wil toch in een vertrouwde omgeving blijven wonen? Ook, en misschien juist wanneer de zorgvraag toeneemt. Bijvoorbeeld bij lichamelijke beperkingen of geriatrische problemen.
Samen met de buurt wordt gezocht naar de beste mix van ondersteuning en activiteiten vanuit de gemeenschap en (indien nodig) professionele zorg aan huis.”
Een bewoner van een van de appartementen boven het Kroonplein in Lemelerveld sluit aan bij de ideeën van Buurtwonen. “Ik woon hier naar volle tevredenheid. Maar we hebben allemaal een eigen wasmachine, zestien stuks. Dat had ook wel in één centrale ruimte gekund waar we allemaal samen één wasmachine hadden staan.”
De Blok: “Door de samenwerking in de buurt met vrijwilligers, mantelzorgers en zorgcoöperaties worden maatwerkoplossingen bedacht voor de verschillende zorgvragen die mensen hebben. Met actief betrokken bewoners creëren we een gemeenschappelijk gevoel. Wij geloven dat iedereen zo lang mogelijk zelfstandig, comfortabel en gezond in een vertrouwde omgeving moet kunnen wonen.”
In de buurt blijven wonen en lekker je eigen taal kunnen blijven praten heeft ook grote voordelen. “Gebruik van de taal waarin ze zijn opgegroeid, draagt bij aan een waardevol leven” zeggen onderzoekers. En daar wist Leo Kemper wel weer raad mee toen hij daar en cartoon van maakte.
Mia@beleefstijlsalland.nl
Ik sluit me aan bij jouw verhaal Lammert. Alle aandacht gaat naar het zorgsysteem terwijl het naar mensen moet gaan. Als we het omdraaien, beginnen bij mensen en daaromheen organiseren, maken we meters die er toe doen.