Steeds meer mensen zetten zich in voor natuurbehoud, ook in stedelijke gebieden. Niet alleen omdat ze zelf iets willen doen, maar ook uit frustratie over gebrek aan actie van overheden of bedrijven. Denk aan zwerfafval, teruglopende biodiversiteit of hittestress in de stad.
Zulke betrokken burgers kunnen volgens de onderzoekers bijdragen aan een groene transitie, als hun initiatieven goed ondersteund worden.
Door Heleen Kommers
Tiny Forest als voorbeeld
Een van de onderzochte projecten is Tiny Forest, een initiatief van IVN Natuureducatie. Dit project zet in op kleine bossen midden in de stad, vaak in samenwerking met scholen en gemeenten. In 2024 waren er al 282 van zulke minibossen aangeplant. Volgens de onderzoekers is Tiny Forest niet alleen waardevol voor de stedelijke biodiversiteit, maar ook voor educatie en sociale cohesie. ‘Het draagt bij aan natuur én aan de buurt’, stellen ze.
‘Als je burgers betrekt bij stedelijk natuurbeheer, vergroot je niet alleen het groen, maar ook het vertrouwen in beleid’
Nieuw: een stappenplan voor impact
Op basis van hun onderzoek ontwikkelden de Wageningse wetenschappers een stappenplan voor burgerinitiatieven. Daarmee kunnen groepen bewoners hun doelen scherper formuleren, beter bepalen welke acties passen en inzicht krijgen in kansen en knelpunten. Ook helpt de methode bij het aanvragen van subsidies of het professionaliseren van het initiatief.
Kansen voor beleid en vergroening
Volgens de onderzoekers kunnen zulke initiatieven, als ze goed begeleid worden, zelfs invloed hebben op beleid. Ze geven overheden inzichten in wat werkt en zorgen voor meer draagvlak. ‘Als je burgers betrekt bij stedelijk natuurbeheer, vergroot je niet alleen het groen, maar ook het vertrouwen in beleid’, aldus de onderzoekers.
Het stappenplan helpt om doelen scherper te formuleren, beter te bepalen welke acties passen, inzicht te krijgen in kansen en knelpunten, subsidies aan te vragen en het initiatief te professionaliseren
Bron: Stad+Groen
