De mus is net als vorig jaar het meest getelde tuinvogeltje. Afgelopen weekend was de nationale tuinvogeltelling. Koolmees en pimpelmees waren – ook net als vorig jaar – tweede en derde.
Er waren meer tellers (200.000), daarom meer getelde vogels in totaal (2,7 miljoen), maar minder per tuin (van 30 naar 19). Maar hoe moet je die cijfers interpreteren? Volgens Vogelbescherming zijn veel vogels nog in het bos omdat de zachte winter er voor zorgt dat daar nog genoeg te eten is.
Iedere vogel telt!
De Nationale Tuinvogeltelling is het grootste citizen science project van Nederland. Vogelbescherming organiseert de telling samen met Sovon Vogelonderzoek Nederland. De Nationale Tuinvogeltelling levert een momentopname van de aantallen vogels die in Nederlandse tuinen aanwezig zijn. In combinatie met de resultaten van andere jaren en met andere tellingen levert dit een beeld van de ontwikkelingen in het belang van tuinen voor vogels.
Hieronder de top tien (met tussen haakjes de plek van vorig jaar)
1. Huismus (1)
2. Koolmees (2)
3. Pimpelmees (3)
4. Merel (5)
5. Vink (6)
6. Kauw (4)
7. Roodborst (9)
8. Ekster (10)
9. Houtduif (8)
10. Turkse tortel (7)