Aan mijn geliefde zoon.
Sta mij toe vanaf het begin van deze brief, gericht aan de 8 miljardste wereldburger, u aan te spreken met Mijn Zoon, want dat kan een metafoor zijn voor elk kind dat in de wereld wordt geboren, ongeacht de hoeveel-miljardste. De brief zou daarom zelfs aan een van mijn zonen geschreven kunnen zijn, aan Aram en Mazen, mijn tweeling die begin dit jaar 2022 is geboren.
De brief, deze boodschap Mijn Zoon, is voor jou en voor elk kind, wanneer hij ook geboren wordt, want de boodschap zal dezelfde zijn. Jullie zullen allebei dezelfde adem van geboorte ademen, en jullie beiden zullen een toegevoegde waarde zijn voor de wereld.
Ik was verrast toen ik de rapporten van de Verenigde Naties las, dat de wereldbevolking dit jaar de 8 miljard zal bereiken. Ik dacht na over jou Mijn Zoon en probeerde me jouw gezicht voor te stellen, waar je woont, welke taal je gaat spreken. Maar toen werden mijn gedachten onderbroken door een ander nieuws dat zich verspreidde: de NASA heeft kleurenfoto’s verspreid van het grote universum. Jij bent de 8 miljardste, maar tegelijk kijken we naar een foto met beeld er op van miljarden jaren oud… De sterren op die foto stuurden hun licht misschien al wel 13 miljard jaar geleden het heelal in.
Ik weet niet waarom ik de twee nieuwsberichten aan elkaar heb gekoppeld, misschien vanwege het getal miljard? Misschien is het dieper dan dat, Mijn Zoon, jij en ik weten dat die sterren die we nu zien al dood zijn of op het punt staan te sterven. Maar hun licht dat ze uitstraalden duurde lichtjaren om ons te bereiken. Terwijl de ster zelf al weer vertrokken is, laat het nog wel haar sporen na in het universum.
Dit Mijn Zoon, is wat er ook gebeurt tussen menselijke generaties, tussen jou en mij. Misschien ben ik dood als je deze brief van mij leest, maar dan toch zie je jouw vaders krabbels op papier. Ik en mijn generatie staan nu versteld van de kleurrijke beelden van het universum. Misschien vind jij dat wel een heel grappig gegeven als je 20 jaar oud bent. Ik heb geen idee hoever de wetenschap dan is. Met die gedachte moet ik nu al glimlachen om mijn toekomstige onwetendheid. Achteraf moet ik ook lachen om de eerste kleurenfoto’s die ik liet ontwikkelen en dat toen heel revolutionair vond. Vroeger lachten we om onze voorouders, hoe ze televisie zonder kleuren geweldig vonden, trots waren op hun zeldzame zwart-witfoto’s.
Mijn geliefde Zoon, ik ben er bang voor dat wanneer je de foto’s van mijn moderne Samsung-mobiel ziet, dat je zult lachen en deze foto’s geschikt vindt voor musea en niet voor circulatie. Jij bent vermoedelijk al gewend aan 3D-foto’s.
Ik weet echt niet naar waar de wetenschap je zal leiden. Ik weet daarom ook niet of ik gelukkig voor je ben, of juist bang, voor wat de wetenschap jouw gaat brengen. Gaat die je helpen naar een volgend leven na jou of wordt het een wapen daartegen. Ik ga beide scenario’s langs en omdat ik deze brief positief wil eindigen, begin ik met het doemscenario.
Mijn Zoon, de mens ziet iets waar hij geen weet van heeft, altijd als een vijand. De transitie die de wereld te maken heeft om natuur en klimaat te redden leiden naar zoiets waar we geen weet van hebben, dus is het de vijand. Al vijftig jaar ontwikkelen we ons de verkeerde kant op en dat gaat heel snel. Mijn mobiel van vijf jaar geleden is nu al hopeloos ouderwets.
Wat ik nu in de wereld zie, voorspelt niet veel goeds voor de toekomst: oorlogen, asiel, klimaatverandering, genetisch spel, wapens die evolueren, mondiaal geld dat geen afstand doet van de troon, wereldleiders waar niemand van weet waar hun belangen eindigen…
Ik heb het zelf meegemaakt, ik leefde de oorlog, ik leefde het asiel.
Klimaatverandering dreigt het gebied waar de mensheid is begonnen onbewoonbaar te maken door hitte en droogte. Mijn Zoon, ik hoop niet je dat gaat meemaken. Ik wil niet dat je het land van je voorouders ziet verdwijnen en veranderen in een woestijn vanwege menselijk handelen en menswetenschappen.
O kinderen, kennis gaat niet achteruit, maar de mensheid gaat achteruit. Dat we begonnen in een grot en eindigen achter een beeldscherm in het krot van een geteisterde sloppenwijk. Dat The War of the Worlds van J.H. Wells bewaarheid wordt.
Maar het kan ook anders lopen Mijn Zoon. Je weet niet hoe graag ik je een toekomst wens waarin de zon schijnt en de mens heerlijk kan leven met natuur en dieren. Dat bij elk toekomstig conflict tussen natuur en wetenschap, de mensheid aan de kant van de natuur staat. Ik hoop dat jij dat kunt opbrengen, dat alle zoons van de toekomst dat kunnen opbrengen.
In mijn tijd waren de meesten van ons lafaards, er werd veel gepraat over natuur en natuurbehoud, maar op een handje vol mensen na – die uitgelachen werden – deden we er niet veel aan. Misschien bent U moediger dan wij, en talrijker!
Jullie mogen de mensheid redden en haar weer tot bezinning brengen. Zorg voor de natuur omwille van het voortbestaan van de mensheid.
Je liefhebbende vader,
Hasan Kaddour.