We zijn aan het wandelen langs het kanaal richting Heeten. Het heeft vannacht weer aardig gevroren. Heerlijk die frisse lucht, die prikt in mijn neus. Onze adem wolkt wit voor ons uit. Natuurlijk is de camera mee en hier moet ik toch echt even die prachtig berijpte trosjes knalrode bessen van de Gelderse roos er opzetten. Het zal nu niet lang meer duren of ze worden door de vogels opgegeten want de vorst heeft de bessen hun zoete smaak bezorgd.
Langs de wetering die uitkomt op het kanaal steken de zwarte boomsilhouetten aan de overkant mooi af tegen het gele riet op de voorgrond. Alles heeft een dun ‘suikerlaagje’ van de vorst. Op de grond liggen bruine eikenblaadjes en de gekartelde randjes zijn wittig omlijst. Ik pak zo’n blaadje en van dichtbij zie ik ragfijne ijskristalletjes glinsteren. Het zijn allemaal kleine ijzige naaldjes die schots en scheef tegen elkaar staan. Wat heeft de natuur toch bijzondere verschijnselen. Jammer dat ik de macrolens niet bij me heb.
In de bomen boven ons hoofd peuteren puttertjes de zaadjes uit de berkenkatjes. Ik zie ook meesjes en vinken vliegen. Ze trekken in groepen samen op zodat ze veiliger zijn voor jagers zoals de sperwer.
Voor vogels is het wat moeilijker in de winter om aan voedsel te komen als het vriest. Net als voor een paar heel kleine ponypaardjes die ik zie lopen in het weiland. Het gras is hard en wit uitgeslagen en ik vraag me een beetje nieuwsgierig af of ze dat nu wel goed kunnen begrazen. Maar ach jongens, er is al weer nieuwe regen voorspeld voor morgen of overmorgen dus dan zal het vast weer makkelijker gaan.
Boven ons is een buizerd aan het rondcirkelen en ik ben benieuwd waar deze op uit is. Misschien speurend naar een muis die zich uit z’n holletje waagt op zoek naar iets te eten. Regenwormen zal de buizerd momenteel niet kunnen vinden in deze bevroren grond. De kikkers zitten lekker diep ingegraven en in hun winterslaap zijn ze onwetend wat zich boven hun koppies afspeelt. Zij moeten wachten tot weer lente wordt maar dat duurt voorlopig nog wel even. Brr er zwemmen een paar meerkoeten in het koude kanaalwater. Nou zij liever dan ik!
Wij steken de brug over en wandelen langs de andere kant van het kanaal terug naar het dorp. Nog even flink de pas erin en dan op naar een warme bak koffie.