Bosbewoners.
Als je in het bos rondloopt kom je zeker wat van de bewoners tegen. En als je je fototoestel meeneemt zie er nog meer. Want dan ben je altijd net iets meer alert. Diny Heidenrijk hééft altijd een camera bij zich. En wij genieten iedere week een keer van wat ze dan allemaal waarneemt.
“Er wonen diverse soorten dieren die stuk voor stuk op hun eigen terrein hun eigen specifieke gedrag laten zien. Op de grond kun je wel eens een bosmuis zien wegschieten in een holletje, die is dan op zoek geweest naar voedsel zoals zaden, bessen, slakken, paddenstoelen, bladeren, mos en regenwormen. Hij is nou niet bepaald kieskeurig.
Op het bospad scharrelen van die zandloopkevers waarvan de dekschilden zo mooi blauwgroen glanzen als de zon erop schijnt. Het zijn echte roofkevers die op jacht zijn naar levende prooien. Hun larven graven een loodrechte tunnel naar beneden in het zand en liggen daarin op de loer naar een diertje dat nietsvermoedend langsloopt…
Blijf je ergens een poosje staan dan zie je rode bosmieren lopen. Kijk je wat langer dan zie je dat ze niet zo chaotisch kris kras door elkaar heen krioelen als je eerst dacht. Je ontdekt dan geheid hun tweebaansweg waarover ze heen en weer in colonne lopen van een bepaalde plek langs een boomstam van en naar een hoge bult bezaaid met dennennaalden. Daar zit dan vast een mierennest in. Zo’n mierenkolonie voedt zich jaarlijks met wel 8 miljoen insecten! Nuttige diertjes dus.
Soms schiet er opeens in je ooghoek een rode flits langs een boomstam omhoog: een eekhoorn. Hij heeft lange klauwen waarmee hij prima in bomen kan klimmen. Daarbij kan hij goed zweefspringen van tak naar tak of van boom naar boom waarbij hij zijn pluimstaart als stuur gebruikt om de richting te bepalen. Dit bosdier leeft van noten en zaden, bladknoppen, paddenstoelen en boomschors. Maar als hij kans ziet rooft hij zelfs eieren en jonge vogels. In de winter laat hij zich ook zeker wel zien want hij houdt geen winterslaap maar winterrust. Wanneer hij honger heeft gaat hij naar zijn voorraad die hij in de zomer en herfst op verschillende plekken heeft aangelegd. De rest van het koude jaargetijde blijft hij lekker binnen in zijn nest. Zo’n nest bevindt zich of in een hol in een boomstam of heel hoog boven in een boom vlak naast de stam. Het zijn prachtige diertjes om te observeren bij hun acrobatische gedrag! Vanuit een vogelobservatiehut heb ik zelfs gezien dat eekhoorns goed kunnen zwemmen….”