Samen met Diny Heidenrijk gaan we deze week naar ’t Reelaer, in het bos daar is er uitverkoop. Je komt pas achter zulke dingen als je beter om je heen kijkt. En Diny Heidenrijk doet dat, omdat ze vaak een fototoestel mee heeft. Dan ga je anders opletten. Neus in de frisse wind en kijken wat de herfst allemaal in de aanbieding heeft.
Door Diny Heidenrijk
Kijk eens, de diep ingesneden handgrote bladeren van de Amerikaanse eiken beginnen al prachtige rode tinten te krijgen. Sommige bladeren hebben kleine groenrode bolletjes aan de achterkant: galnoten. Hierin zit dus het eitje van de galwesp. Bij een windvlaag regent het eikels onder een paar van die grote eikenbomen, de grond ligt er al vol mee en ik verwacht elk moment dat er eentje op mijn hoofd ploft.
Langs het pad verderop zie ik beige koraalzwammetjes tussen het sterretjes mos en de dennenappels omhoog komen. Daar op dat takje zitten knaloranje bekerzwammetjes. Even verder groeien op de bosgrond witte knolletjes van de aardappelboleet, een stuifzwam. Er zijn zoveel soorten paddenstoelen en ze hebben de meest bijzondere vormen en kleuren. Sommige leven samen met een bepaalde boom zoals de giftige rood met witte vliegenzwammen bij een berkenboom.
Onder de grond zijn ze via hun schimmeldraden en boomwortels met elkaar verweven. Ze leveren elkaar zo bepaalde voedingsstoffen en daarnaast houden ze alle twee van een wat zure humusrijke grond. Zo kun je de bruine vaak grote eekhoorntjesbrood paddenstoel onder een eikenboom vinden. Maar er zijn er ook die bomen om zeep helpen zoals honingzwammen en de dennenmoorder, een elfenbankjessoort. Zij mollen langzaam maar zeker hun gastheer. Dat zijn dus echte parasieten.
Maar dan valt mijn oog op een dikke gele bol. Wauw wat mooi, een sponszwam. Hij groeit hier op de afgezaagde stronk van een dennenboom die verstopt zit onder het mos en een laag dennennaalden. Deze zwam leeft van dood hout. Dat is er dus eentje die hoort bij de vuilnisophaaldienst in het bos. Hij lijkt precies op een spons en heeft eigenlijk ook wel wat weg van een gele bloemkool. Als je zou willen kun je hem eten. In de volksmond wordt hij daarom ook wel ‘boskip’ genoemd, maar opeten dat vind ik zonde. Lekker laten staan en ik houd het bij champignons en oesterzwammen uit de supermarkt. Ik zak op mijn knieën om hem te fotograferen om er zo later opnieuw van te kunnen genieten met mijn ogen. Zo, ik heb mijn slag wel geslagen in de uitverkoop vandaag: veel mooie plaatjes gemaakt!