Dat mijn oog op kunstwerk met gemetselde sokkel valt, komt omdat er op dat muurtje onder het kunstobject iets groeit dat knalgeel is. Wanneer ik het van dichtbij bekijk zie ik dat het mos is, mos dat op het punt staat om te gaan bloeien.
Tegen het eind van de winter gaat namelijk het ruig haarmos in bloei. Boven op de sprietjes komt een soort bolletje, een kapsel waarin de sporen zitten, dat dan oranje rood gaat kleuren. Hier is het mos geel maar wanneer ik later in de tuin bezig ben zie ik op een stenen sierelement ook van dat bloeiend haarmos dat al wel roodachtig kleurt. Het is piepklein maar met een macrolens krijg ik het er wel op. Het mooie is dat het pas nog geregend heeft er dat er waterdruppels aan hangen. Van heel dichtbij lijken het wel opnames in een exotisch bos.
Onderweg naar Heino heeft men aan de rechterkant langs de bermen gedeeltes afgegraven en op die verlaagde plekken zag ik dat er zelfs hele rode plakkaten groeiden. Een prachtig gezicht, zeker nu in de winter, alleen jammer dat het naast de autoweg is en je er niet bij kunt komen…
Zulke plakkaten bestaan óf uit mannetjes óf uit vrouwtjes. De mannetjes hebben een spatbekertje waarin zaadcellen zitten. Als er een regendruppel op valt worden daardoor de zaadcellen verspreid en komen zo bij de vrouwtjes terecht. Als de bevruchting is gelukt groeit er uit het vrouwelijke mosje een oranje sporenkapsel. In de zomer wanneer de sporen verspreid zijn drogen de kapsels uit, worden bruin en sterven af.
Het ruig haarmos is ook een gastheer (voedselbron) voor een klein insectje dat Sneeuwspringer heet. Daarnaast leeft een klein bruin paddenstoeltje, het Zandkaalkopje, van de wortels van oud haarmos. Deze twee komen dan ook vooral in de winter voor als het haarmos op z’n best is.