Door Diny Heidenrijk
Jammer, de bloemenweides zijn over hun hoogtepunt heen. Wat heb ik er van genoten om elke week bij het vlinders tellen ook de flora te volgen. In het begin in april de eerste voorzichtige groene sprietjes uit de zwarte aarde te zien piepen. Dan de planten en grassen omhoog en in knop te zien komen in mei/juni. Determineren en noteren wat er allemaal groeide was ook een onderdeel en we stonden verbaasd van de diversiteit. Zo vroeg in het voorjaar was het de tijd van de pinksterbloemen, de boter- en paardenbloemen. De eerste vlinders (de citroentjes en oranje tipjes) lieten dit jaar lang op zich wachten door het koude en wisselvallige voorjaar. Wijzelf hadden soms moeite om op die modderige zandpaden op de fiets te blijven en op sommige laaggelegen zompige landjes sopten we door het groen. Maar halverwege juni begon er kleur te komen in de gezaaide bloemenweides. En toen kwamen de vlinders ook tevoorschijn, wat een soorten ontdek je dan als je er zo op gaat letten! We zagen o.a. de gehakkelde aurelia, dikkopjes, het koevinkje, het bont en bruin zandoogje, koolwitjes, boomblauwtjes, het landkaartje, de distelvlinder, atalanta’s en dagpauwogen.
We signaleerden meerdere soorten rupsen op de beplanting en die bleken al net zo fotogeniek te zijn, zowel om hun kleuren als om hun verschijning. Rupsen met lange borstels op de rug, onbehaarde rupsen maar met een soort stekel op hun achterlijf, knal groene, gele met zwarte streepjes, kleine rupsjes en grote die hoog op de pootjes stonden. Maar niet alleen vlinders en hun jongen, ook heel veel libellen- vlieg- en bijensoorten kwamen we tegen. Zoals deze snorzweefvlieg die ik fotografeerde.
Maar het allermooiste was die keer dat we bij ‘ons’ botanisch hooiland kwamen en we erachter kwamen dat daar een soort wonder was gebeurd de afgelopen week: ontelbaar veel geaderde witjes vlogen rond. Overal waar we keken fladderden ze om ons heen. Bij elke stap moesten we opletten waar we onze voeten neerzetten want velen waren innig verstrengeld in het gras en tussen het pitrus om te zorgen voor nageslacht! Bij de paarse kattenstaarten was het een drukte van belang want daar halen ze de nectar vandaar, hun voedsel.
En nu, nu is het de tijd van zaadvorming en daar komen waarschijnlijk weer andere gasten op af, zoals vogels en muizen, waarna het gewas afsterft. Maar volgend jaar begint alles van voor af aan!