Al wandelend in de tuin valt mijn oog geregeld op bijzondere plekjes tussen en bij de planten in de borders. Uitbundig presenteert de natuur zich de laatste week niet alleen wat bloemenpracht betreft, maar zeker wat het groen betreft. Het valt me echt op dat na de droge periode momenteel door het wisselvallige weer de natuur zich fier opricht en het groen er aan alle kanten eruit springt. Je hoort de planten bij wijze van spreken gulzig het regenwater opslurpen…
Ik hoorde mezelf vanmorgen, toen ik werd overvallen door een plensbui, mompelen: “Wat een pokkenweer”, maar aan de andere kant was ik toch ook wel blij met die regen. Toen even later de zon weer doorbrak zag ik prachtige licht reflecties ontstaan die steeds wisselden doordat de wind de lange stengels van de siergrassen heen en weer liet gaan. Het scheen ook heel mooi door de opgefriste bladeren heen.
Zo ook langs de vijvers in het park waar de rietkragen gracieus meedeinen met de wind. Ik zie verschillende soorten libellen zweven tussen de lange stengels en neerstrijken op de toppen van de langwerpige bladeren. Zo gauw het droog is en de zon schijnt komen ze net als de bijen, torretjes en vlinders weer tevoorschijn.
Tussen de buien door wordt het nog aangenaam warm en daarom ben ik er maar weer op uit gegaan. Moet je zien hoe mooi de lichtstralen door het bladerdek van die eiken valt. Lichte en donkere strepen vallen over het pad. Ach, bijna trapte ik op een kikkertje dat zich gelukkig snel uit de voeten kan maken naar de rand van de vijver. En daar tussen het gras zit een prachtige libelle, die stil blijft zitten als ik langzaam naderbij kruip. Het is een gewone oeverlibel zegt de app maar ik vind dat eigenlijk niet zo gewoon, eerder heel bijzonder.
Het is groen maar zo divers in tint en structuur dat ik me blijf verwonderen. De natuur is nooit saai of eentonig. Maar je moet er wel oog voor hebben…