Als we voor ons ‘wekelijkse stukje natuurbeleving’ bij Diny Heidenrijk langs komen is ze net druk in de weer: “Ksst ksst…” Ze wappert flink met haar armen en rent naar buiten. “Goeie genade hoeveel zijn het er wel niet, ik tel er minstens veertig en er komen er van verschillende kanten nog meer aanvliegen.” De hoge berken achterin de tuin van Diny zijn tegen de avond hun verzamelhonken: schetterende eksters die hier dagelijks op de Drostenkamp rondstruinen.
Door Diny Heidenrijk
Het zijn best wel opvallende vogels die tot mijn verbeelding spreken. Tot hun derde jaar trekken de jongen in jeugdbendes met elkaar op en leren zo hoe ze zich als volwassen vogel moeten gedragen en zelf jongen kunnen groot brengen. Ze lusten van alles (insecten, spinnen, wormen, rupsen, zaden, vruchten) maar jatten als ze de kans krijgen in mijn tuin vetbollen, pinda’s, walnoten en trekken de pindakaas pot uit de houder. Ze zijn daarbij heel slim en weten precies hoe en wanneer ze moeten toeslaan want ik kan niet de hele dag op de uitkijk staan. In het broedseizoen zijn zelfs de eitjes en jongen van andere vogels niet veilig voor deze rovers. Gelukkig zijn er heel veel tuinvogels en daarvan overleven er genoeg. De ekster zelf heeft het ook niet makkelijk want hij moet op zijn beurt uitkijken voor vijanden zoals uilen en haviken. Hun grote nesten boven in bomen worden vaak gekraakt door kraaien, torenvalken, ransuilen of zelfs eekhoorns.
Men zegt dat eksters glimmende voorwerpen (lepeltjes, sieraden, dopjes) ‘stelen’. Dat komt omdat het heel nieuwsgierige beesten zijn die alles wat nieuw op hun pad komt meenemen om dat nader te onderzoeken en eventueel te gebruiken.
Er bestaat zelfs een opera ‘la gazza ladra’ (de stelende ekster) van Rossini. Daarin wordt een kamermeisje van stelen verdacht terwijl een ekster de echte schuldige is. In de tekenflim van Alfred Judokus Kwak komt een ekster voor met de toepasselijke naam Pikkie…
Er zijn spreekwoorden en gezegdes die verwijzen naar eksters zoals:
klappen als een ekster (veel praten);
eksteren (bekvechten);
zo vlug als een ekster;
een eksterjong (bolleboos of ironisch uilskuiken);
een eksternest (ontoegankelijk huis of burcht).
In ons bijgeloof staat de ekster negatief bekend: een ongeluksbrenger, slecht weer voorspeller, eksteroog. Terwijl in Azië de vogel juist als teken van voorspoed en geluk bekend staat.
Ik houd mezelf maar voor dat deze jeugdbende die nu dagelijks in onze berken zit ook eens volwassen zal zijn, zich gaat gedragen en uitvliegt…