“Hoor toch eens!” Diny Heidenrijk steekt haar vinger in de lucht. Hoor toch eens wat een gekwetter, getjilp en gefluit.” We lopen in Herxen een rondje langs de tiggelgaten. Diny heeft har fototoestel weer bij zich. Daar ga zelfs beter van luisteren.
Door Diny Heidenrijk
De lente is nu toch echt wel begonnen. De vogels doen hun stinkende best om er zo mooi mogelijk uit te zien en maken elkaar op luide manier het hof. Zie daar vliegt een ekster met een tak in de bek. Die is duidelijk aan het nestelen. In de waterplas spelen de mannetjes-eenden duikbootje, hun manier om een vrouwtje letterlijk te overrompelen. Dat gaat gepaard met veel gefladder, opspattend water en gekrakeel. Soms overleeft zo’n vrouwtjes eend het niet eens zo heftig kan het er aan toe gaan! Eigenlijk is het een beetje haar eigen schuld want als het vrouwtje al een mannetje heeft gekozen lonkt ze rustig verder naar andere heren en daagt ze hen ook uit om met haar te paren. Wanneer die erop in gaan verwacht ze dat haar eigen mannetje die aanbidders verjaagt… Tja dat is dus vragen om gedonder.
De katjes aan de wilgenstruiken zijn aan het zwellen en worden al weer fluwelig en wit. Nog even voordat de meeldraden er zijn en het smulfeest voor de insecten daar kan beginnen. En kijk hier, deze kamperfoelie die haar ranken overal doorheen vlecht staat al volop in het frisgroene blad. Net als de vlier loopt deze heester al vroeg in het voorjaar uit. Langs het smalle pad groeit het klein hoefblad. De eerste knalgele bloemetjes staan als zonnetjes te stralen en lokken zo bijen en dikke hommels, net als de sleedoornstruiken in een wolk van witte bloemetjes. In de lage wat drassige delen groeit het speenkruid volop, het is een heel tapijt van heldergroene polletjes met gele bloemen.
Het pad loopt langs de tiggelgaten en overal langs de kant van het water ritselt het in de begroeiing. Waterhoentjes scharrelen tussen de bruine nog kale rietstengels en uitlopende wilgentakken. Verderop zwemmen een aantal statige zwanen en daar zie ik wel drie blauwe reigers staan loeren naar een lekker hapje. Hé hier vlak naast het wandelpad zit een kolgans op haar nest. Zou ze al eieren hebben? Haar kop komt omhoog en ze houdt ons goed in de gaten. Rustig maar, we lopen wel verder.
Op het bankje langs de weg met uitzicht op de grootste plas genieten we nog een poosje in de zon en daarna is het tijd om naar huis te gaan.